zondag 22 maart 2009

Klaagkunstenaars


Studenten die aan een kunstopleiding zijn afgestudeerd mopperen dat hun studie ze onvoldoende op de arbeidsmarkt heeft voorbereid. Ze zijn werkloos of verdienen te weinig. Dat staat in een brief van minister Plasterk aan de Tweede Kamer.


Ik zie de klagers voor me - formulieren en bezwaarschriften invullend in hun versingerichte ateliers - en om de een of andere reden kan ik me de jonge Salvador Dalí of Amadeo Modigliani onmogelijk in diezelfde positie voorstellen.


Aansluiting van het kunstonderwijs op de arbeidsmarkt is zoiets als aansluiting van het telefoonnetwerk op de waterleidingen. Kunst is immers geen baantje, geen cao-overeenkomst met vakantiegeld, pensioenopbouw en dertiende maand.


Mensen kunnen helemaal geen kunstenaar worden (zichzelf zo noemen is al verdacht), ze kunnen het hooguit blijken te zíjn. Kunstopleidingen hebben geen andere plicht dan zulke talenten te begeleiden, hun vaardigheden helpen te perfectioneren.


Plasterk vraagt de hbo-raad nu een ‘sectorplan’ op te stellen, en de ‘brancheverenigingen en sectorinstituten’ moeten nauwer gaan samenwerken met het ‘kunstvakonderwijs’. Allemaal omwille van die voor kunstenaars irrelevante ‘arbeidsmarkt’.


Wat willen minister en klaagkunstenaars? Curricula als ‘kunst en ondernemerschap’ die de studenten klaarstomen als kleine Damien Hirstjes-in-de-dop, om in maatkostuums met attachékoffertjes hun flauwekul te slijten aan vermogende onnozelaars?


Begrijp me niet verkeerd: ik pleit niet voor de romantische kolder dat kunstenaars ‘in armoede’ en ‘buiten de maatschappij’ moeten leven, maar er ligt een breed schermerland tussen de bohemien en de snoeiharde zakenman-kunstenaar.


Kunst is geen baan, het is een leven. Buiten de bebaande arbeidspaden slijpt ze een eigen bedding uit, die zich volstrekt niet laat voorspellen. Een kunstacademie kan alleen formeel ‘beroepsopleiding’ zijn.


Toch heb ik, geachte heer Plasterk, goed nieuws voor u. Er is namelijk een andere oplossing, die in alle opzichten beter en eenvoudiger is. Maak geen sectorplannen, maar stap af van de financiering van kunstopleidingen op basis van instroomcijfers. Daarmee ga je tegen dat kunstacademies om hun hoofd boven water te houden noodgedwongen teveel studenten aannemen.


Tel uit uw winst: strengere selectie, sterkere kunstenaars. En nadien veel minder mopperaars rond uw subsidiepot.

Geen opmerkingen: