vrijdag 25 april 2008

Werkloze wijsheid


Het zijn zware tijden voor de wijsheid.

Maandag klaagden in de Volkskrant een aantal Eerste Kamerleden over hun chronische gebrek aan werk. Dit kabinet stuurt ze namelijk vrijwel alleen nog maar wetsvoorstellen waarover ze geen discussie verwachten.

Voorheen debatteerden Senatoren nog tot diep in de nacht.


De Senaat – dat cruciale orgaan dat van oudsher bevolkt wordt door de oude wijzen van een gemeenschap - is nu gedevalueerd tot een nutteloos bejaardenclubje, dat alleen nog maar hamerstukken afwerkt en beleidsdebatten voert. Een soort bingoavonden voor oude politici.Niet langer denken mensen met ervaring en bredere visies mee.


Wijsheid is een woord dat verbannen is naar sprookjesboeken en New Age-zelfhulplectuur. Het geheugen reikt niet verder dan een paar jaar.


Nog nooit telde de Tweede Kamer zoveel jonge mensen. Het komt geregeld voor dat je bij de interruptiemicrofoon zo’n puberig type ziet staan dat de avond ervoor nog bij Spuiten en Slikken zat.


In de wereld van de popmuziek, de sport en de porno is het misschien een toe te juichen gewoonte om louter jongeren in dienst te nemen, maar zodra de dictatuur van het eeuwig jong zich in het politieke domein laat gelden, hebben we misschien wel een groot een probleem. En dan heb ik het nog niet eens alléén over Tofik Dibi van GroenLinks, zo’n jochie bij wie je de denkbeeldig voetbal nog in de ogen ziet.


Het probleem is dat de hersens van onze natie buitenspel staan en hersenloosheid zich in het zadel hijst, met malle mediatrucjes, zoals die van Geert Wilders en Rita Verdonk. (Strategie: maak jezelf bekend als iemand die overal in politiek Den Haag tegenwerking, minachting en valse spelletjes ontmoet. Het overgrote deel van het volk ontmoet namelijk dagelijks op zijn werk precies hetzelfde. Identificatie volbracht. Kiezer gelokt.)



Ach, het gebeurt overal. Zelfs in het land waar het S.P.Q.R. (Senatus Populusque Romanum: de Senaat en het Romeinse Volk) nog altijd op elke hoofdstedelijke putdeksel staat, komt nu de grootste populist van Europa aan de macht.


Het zijn zware tijden voor de wijsheid.

maandag 21 april 2008

Fagels Uw Afwezigheid bekroond



Een zeldzaam enkele keer komt het voor dat je het geheel en al eens bent met de keuze van een jury voor een literaire prijs.

Zoals dit weekend, toen Edwin Fagel voor de bundel Uw Afwezigheid de Jo Peters Poëzieprijs kreeg.

Bij de presentatie had ik de eer een kort woord te spreken. Ik noemde de bundel toen al "eentje waar geen zinnig mens omheen kan."

Edwin Fagel: een waardige titelverdediger in het respectabele rijtje laureaten; Alfred Schaffer, Hagar Peeters en Jan Willem Anker.

donderdag 17 april 2008

Welterusten, Berlijn


Wat gebeurt er als je http://www.leger.nl/ intikt op internet? Dan kom je op een leeg scherm: ‘Under construction’. In al haar bescheidenheid is deze mededeling is een treffende diagnose van het peil van onze krijgsmacht.
Zesduizend vacatures blijven open staan, het aantal aanmeldingen is met ruim een kwart gedaald, en in Uruzgan is een tekort aan waterdichte schoenen. Ons leger? Een miserabel knokploegje tussen bebaarde grotbewoners en papavervelden.
Héél ons leger? Nee, een klein regiment blijft moedig weerstand bieden aan de leegloop. Zo verrichtte Commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn op de valreep voor zijn afscheid twee heldendaden.
Allereerst deelde hij een nieuw type insigne uit aan militairen die bij gevechtshandelingen betrokken zijn geweest. Wie de vuurlinie overleeft, krijgt een lintje. Dat zal de aantrekkelijkheid van het leger toch wel vergroten? Bij de avondvierdaagse lopen ze ook de benen uit het lijf voor een lintje.
Welterusten, Commandant Berlijn.
Zijn tweede tactische manoeuvre maakte hij eergisteren. Berlijn hield een pleidooi voor de herinvoering van de dienstplicht. Jawel, laten we teruggaan naar de goede oude dagen onder Lodewijk Napoleon. Laten we teruggaan naar de dagen dat ons leger nog zin had, en je mannen kon drillen zonder gezever over vrouwenemancipatie, terug naar de dagen dat het eufemisme ‘vredesmissie’ nog een contradictio in terminis was, terug ook, naar de dagen dat we Indië nog hadden! Laat de geschiedenis Mussolini gelijk geven toen hij zei: ‘Oorlog is voor de man, wat moederschap is voor de vrouw.’
Welterusten, Commandant Berlijn.
Want het leger zal er niet aantrekkelijker op worden. Zelfs niet met die duizend euro bonus die militairen nu gaan krijgen voor elke collega die ze ronselen, een feit dat op zichzelf al de walgelijke en door-en-door misdadige krijgspraktijk illustreert. Want er is geen rechtvaardiging voor die veertien doden, allemaal haast nog kinderen, in Uruzgan.
Welterusten, Commandant Berlijn. Droom maar fijn, van lintjes en van dienstplicht. Van kanonvlees dat voor luttele euro’s zwicht. Bajonetten met bloedige gevesten houden ver van hier op uw bevel de wacht.
Commandant Berlijn, slaap zacht.

vrijdag 11 april 2008

Paul Marijnis (1946-2008)

Het was ergens in de maand mei van het jaar 2003. Mijn redacteur bij de De Arbeiderspers raadde me aan eens een interview te maken met Paul Marijnis, de dichter, romancier en toen nog stadsgenoot in Leiden.

De man bleek te wonen in De Gekroonde Liefdespoort. Het werd zo'n interview waarbij je op het moment zelf denkt dat je de boel genadeloos verknald hebt, met niks bruikbaars thuis komt, maar bij het terugluisteren blijkt het briljant. Letterlijk overtypen, one quote, niks meer aan doen.

Het interview verscheen. Ik heb het nog eens nagelezen, toen ik gisteren van zijn overlijden hoorde.

'Al die grafpakkenkunst vind ik verschrikkelijk. Poëzie moet ook joyeus zijn.'

Lees ook het in memoriam door Ilja Leonard Pfeijffer.

donderdag 10 april 2008

Busacties




Balkenende: ‘Nu júllie weer… Boze buschauffeurs! Hebben we net al die coppers een beetje tot bedaren kunnen krijgen, met een fooi van een paar procent, krijgt dat andere schorem ineens kapsones.’

Buschauffeur: ‘We gaan anders wel publieksvriendelijke acties uitvoeren, dat u het even weet. Daarmee krijgen we het begrip van de burger aan onze kant.’

‘En na afloop is het mooi datzelfde begrijpende burgervolk van jou, dat jouw verhoogde salaris mag gaan dokken, met z’n strippenkaartje dat ineens een kapitaal kost. En wat doen jullie met al dat geld? Flatscreens kopen. En naar de hoeren gaan. En ze trappen er nog in ook, dat begripvolle vee dat jullie transporteren. Geef ze een paar dagen geen boetes meer, deel ze wat gevulde koeken uit...’

‘Met Koninginnendag iedereen gratis in de bus! Da’s pas actie!’

‘Ja ja. Onder het mom van: als je ze maar brood en spelen geeft. Ik weet het, dan zijn ze wel tevreden. En meestal dan nog niet eens, het ondankbare crapuul. Nee, jullie chauffeurtjes willen er liever nog vier procent bovenop. Godzijdank dat we die klerezooi van jullie geprivatiseerd hebben. Mag Bernard Wientjes het lekker met jullie uitvechten. Op de VU ook altijd al het lulletje van de soos geweest.’

‘Op Hemelvaart. Mogen ze ook gratis mee. Pinksteren net zo. Vijfde mei, zesde mei...’

‘Zes mei? Is dat ook al een vrije feestdag geworden voor jullie? Pimmetje-Hemelvaartdag? Met z’n allen een beetje gaan staan at your servicen met een blik bier in je tengels. Lekker een potje vergis-je-nieten. En flink neuken natuurlijk. En maar wachten tot de volgende koppen rollen. Mogen we hopen dat Geert, Rita en Ayaan niet allemaal op dezelfde dag worden omgelegd. Zou toch een beetje jammer zijn, voor jullie vrije dagen. Waar rijden we hier trouwens? Het lijkt verdomme wel Istanbul.’

‘Paar haltes nog, dan bent u bij het Binnenhof.’

‘Mooi zo. Mijn werkbezoek aan de gewone burger zit er weer op. Sterkte met die vier procent. En de groeten aan Wientjes, als je je hand bij hem komt ophouden.’

zondag 6 april 2008

Limentia


[M-Magazine, 05-04-2008]
[Bij de foto’s van Johan Nieuwenhuize]

Er zijn van die geestestoestanden waarvan het vreemd is dat er nog geen sluitend Nederlands woord voor bestaat. Saudade bijvoorbeeld, dat onvertaalbare Portugese mengsel van melancholie en lyriek. Of het Tsjechische litost, de gekwelde toestand van iemand die plotseling zijn eigen misère inziet.


De mensen die Johan Nieuwenhuize portretteert in deze serie bevinden zich ook in zo’n onbenoembare geestestoestand, die iedereen niettemin herkent. Het is het moment vlak vóór de confrontatie met iets waarvan je weet dat het je zal veranderen: een huwelijk, een optreden, een bevalling, een examen, een operatie. Nog één keer verzamel je al je krachten, en adem je in terwijl je het strijdveld voor je ziet liggen.

Hoe noem je zo’n geestestoestand? ‘Plankenkoorts’ is het woord dat in het Nederlands dit linguïstisch vacuüm is komen vullen. Toch heeft dat iets onbevredigends, omdat het verschijnsel niet alleen optreedt voorafgaand aan cruciale podiumprestaties, maar evengoed in ziekenhuizen, rechtszalen en sportarena’s, kortom: overal waar strijd geleverd wordt. ‘Plankenkoorts’ is eerder een specifieke subcategorie van een algemener en vooralsnog anoniem verschijnsel.


Ik stel voor om deze lexicale blinde vlek op te heffen en de geestestoestand waarvan de geportretteerden getuigen te dopen tot: limentia. Limentia wortelt in het Latijnse limen, dat ‘drempel’ betekent, en in het Griekse woord voor ‘haven’: ‘limèn’.


Limentia treedt immers op vlak voordat iemand een andere ruimte betreedt of afreist naar een nieuw land, wat zowel metaforisch als letterlijk begrepen kan worden. Om de woordenboekmakers van de toekomst behulpzaam te zijn, belicht ik hier, gesteund door de foto’s van Nieuwenhuize, een aantal kanten van de limentia.


10. Limentia vindt plaats op de drempel naar een transformatie. Binnen afzienbare tijd veranderen de wereld en de identiteit van de limentialijder ingrijpend. Dan zal hij van jongeman veranderen in vader of van jongedame in getrouwde vrouw. Ik zit in de kleedkamer en hoor het gejoel van het publiek al rond de boksring. Wat zal ik zijn na de laatste ronde? Knock out of overwinnaar?


9. Limentia is het besef van de ongewisse uitkomst. Het is erop of eronder, of zoals de klassieke logica zegt: tertium non datur (‘een derde weg is niet gegeven’). Als ik mijn toga dichtknoop, weet ik: vrijspraak of veroordeling, het ligt in mijn handen.


8. Limentia laat je al je krachten verzamelen, waarbij je blik zich naar binnen keert om te taxeren hoeveel kracht daar aanwezig is. Tegelijkertijd kijk je naar buiten, om in te schatten hoeveel er nodig is om de klus te klaren. Limentia is het maken van de volgende rekensom: aanwezige min benodigde kracht. Ik sta op de rand van het zwembad, mijn vlakke handen tegen elkaar als in gebed. Als de fluit klinkt, weet ik dat ik kan slagen.


7. Limentia doordringt je van het eenmalige, het unieke, het onherhaalbare van wat komen gaat. De weeën zijn begonnen. Ik houd mijn camera in de aanslag.


6. Limentia vult het gehele bewustzijn, gijzelt dit en laat geen ruimte meer voor gedachten aan andere onderwerpen dan de confrontatie die op handen is. Ik zit op de bank en in mijn hoofd cirkelen de woorden trouwen, ja-woord, mooiste dag van je leven, ring, bruidstaart, receptie. Al het andere in de wereld is bespottelijk triviaal.


5. Limentia is universeel en klassiek. Columbus voelde haar voor hij koerste naar Amerika, Odysseus toen hij oog in oog stond met de Cycloop, Pim Fortuyn toen hij ‘vergís je niet!’ riep, Mohammed B. toen hij stond te wachten tot Theo van Gogh langsfietste.


4. Doordat limentia archetypisch is, neigt de limentialijder naar een taalregister dat even ernstig en geladen is als het religieuze. “Ik ben Ayaan, die de dochter is van Hirsi, die…” “I have a dream.” Buiten de limentia om, klinken zulke zinnen grotesk, sentimenteel of lachwekkend. ((De pianist uit mijn roman Art. 285b staat in het laatste hoofdstuk terecht voor een misdrijf. Diezelfde avond moet hij zijn beslissende concert spelen. Het is limentia die hem als laatste woorden van de roman laat zeggen: ‘We moeten, en dat is wat jij en ik nog kunnen delen, op.’))


3. Limentia is nauw verbonden met lot. Het richt de schijnwerpers op de onomkeerbaarheid van wat gaat komen en de relatief geringe invloed die je er zelf op kunt uitoefenen. Er zit niets anders op dan je er volledig in te storten. Nietzsche spreekt van ‘de zeldzame kracht die vrijkomt wanneer iemand bereid is samen te vallen met zijn lot.’


2. Drie… twee… één… Overal waar deze woorden klinken, weet je zeker dat er iemand aanwezig is die in de greep is van die even meedogenloze als onmisbare macht:


1. Limentia.

donderdag 3 april 2008

Trotse Tuinvrouw



Stel: in een vlaag van acute burgerlijkheid besluit ik een tuintje te gaan aanleggen. Of liever, want op het praktisch-aardse vlak ben ik even lui als onhandig: ik láát dat doen. Hoe kies ik de juiste tuinman?


Ik laat offertes maken, onderzoek eerdere creaties van de gegadigden, informeer naar ervaringen bij vrienden, en speel ze een beetje tegen elkaar uit.


In mijn zoektocht krijg ik onverwacht een tuinvrouw aan de lijn, die beweert: al die andere tuinmannen, dat zijn oude hoveniers, die alleen maar eindeloos vergaderen voor ze een schoffel in de grond steken. Ik ga dat anders doen!


In eerste instantie ben ik verheugd, nieuwsgierig. Om deze nieuwe vorm van tuinarchitectuur te lanceren, organiseert de tuinvrouw een benefietfeestje in het café om de hoek, vandaag, 3 april. Een beetje vreemd, maar goed, als er maar iets moois van komt, denk ik eerst nog. Hoe gaat deze hoveniersvrouw onze tuintjes aanpakken?


Een paar dagen daarvoor onthult ze haar plannen in het wijkkrantje, De Pers. We moeten zelf oplossingen aandragen: ‘De bedoeling is dat mensen via de site met elkaar in discussie gaan. Dat wordt een soort Wikipedia-achtig forum.’


Wat? Moet ik alsnog zélf gaan nadenken over wat de beste pergola´s, terrastegels en tuinkabouters zijn? Maar daarvoor kies ik toch juist iemand die in mijn plaats knopen doorhakt, en die deskundiger is dan ik, op het gebied van irrigatie, compost en snoeitechnieken? Ik, die nog geen magnolia van en kruidje-roer-mij-niet kan onderscheiden?


Wikipedia? Alsof de kennis van heel veel botanische onbenullen sámen wel tot de beste tuin gaat leiden. De hele straat moet zich zélf in alle tuinarchitectonische details gaan inlezen, en debatteren. Alsof wij niks beters te doen hebben!


Het lijkt zo aardig: zelf meedenken, maar de conclusie is duidelijk: deze ‘nieuwe’ hoveniersvorm is veel omslachtiger dan de ‘oude’, waarbij alleen een handjevol goedgekozen specialisten die details voor ons onderling uit vechten.


Het is duidelijk. Bedankt voor de offerte. Het feestje was niet onaardig (alleen wat duur), maar Rita Verdonk krijgt die opdracht niet.