zondag 6 april 2008

Limentia


[M-Magazine, 05-04-2008]
[Bij de foto’s van Johan Nieuwenhuize]

Er zijn van die geestestoestanden waarvan het vreemd is dat er nog geen sluitend Nederlands woord voor bestaat. Saudade bijvoorbeeld, dat onvertaalbare Portugese mengsel van melancholie en lyriek. Of het Tsjechische litost, de gekwelde toestand van iemand die plotseling zijn eigen misère inziet.


De mensen die Johan Nieuwenhuize portretteert in deze serie bevinden zich ook in zo’n onbenoembare geestestoestand, die iedereen niettemin herkent. Het is het moment vlak vóór de confrontatie met iets waarvan je weet dat het je zal veranderen: een huwelijk, een optreden, een bevalling, een examen, een operatie. Nog één keer verzamel je al je krachten, en adem je in terwijl je het strijdveld voor je ziet liggen.

Hoe noem je zo’n geestestoestand? ‘Plankenkoorts’ is het woord dat in het Nederlands dit linguïstisch vacuüm is komen vullen. Toch heeft dat iets onbevredigends, omdat het verschijnsel niet alleen optreedt voorafgaand aan cruciale podiumprestaties, maar evengoed in ziekenhuizen, rechtszalen en sportarena’s, kortom: overal waar strijd geleverd wordt. ‘Plankenkoorts’ is eerder een specifieke subcategorie van een algemener en vooralsnog anoniem verschijnsel.


Ik stel voor om deze lexicale blinde vlek op te heffen en de geestestoestand waarvan de geportretteerden getuigen te dopen tot: limentia. Limentia wortelt in het Latijnse limen, dat ‘drempel’ betekent, en in het Griekse woord voor ‘haven’: ‘limèn’.


Limentia treedt immers op vlak voordat iemand een andere ruimte betreedt of afreist naar een nieuw land, wat zowel metaforisch als letterlijk begrepen kan worden. Om de woordenboekmakers van de toekomst behulpzaam te zijn, belicht ik hier, gesteund door de foto’s van Nieuwenhuize, een aantal kanten van de limentia.


10. Limentia vindt plaats op de drempel naar een transformatie. Binnen afzienbare tijd veranderen de wereld en de identiteit van de limentialijder ingrijpend. Dan zal hij van jongeman veranderen in vader of van jongedame in getrouwde vrouw. Ik zit in de kleedkamer en hoor het gejoel van het publiek al rond de boksring. Wat zal ik zijn na de laatste ronde? Knock out of overwinnaar?


9. Limentia is het besef van de ongewisse uitkomst. Het is erop of eronder, of zoals de klassieke logica zegt: tertium non datur (‘een derde weg is niet gegeven’). Als ik mijn toga dichtknoop, weet ik: vrijspraak of veroordeling, het ligt in mijn handen.


8. Limentia laat je al je krachten verzamelen, waarbij je blik zich naar binnen keert om te taxeren hoeveel kracht daar aanwezig is. Tegelijkertijd kijk je naar buiten, om in te schatten hoeveel er nodig is om de klus te klaren. Limentia is het maken van de volgende rekensom: aanwezige min benodigde kracht. Ik sta op de rand van het zwembad, mijn vlakke handen tegen elkaar als in gebed. Als de fluit klinkt, weet ik dat ik kan slagen.


7. Limentia doordringt je van het eenmalige, het unieke, het onherhaalbare van wat komen gaat. De weeën zijn begonnen. Ik houd mijn camera in de aanslag.


6. Limentia vult het gehele bewustzijn, gijzelt dit en laat geen ruimte meer voor gedachten aan andere onderwerpen dan de confrontatie die op handen is. Ik zit op de bank en in mijn hoofd cirkelen de woorden trouwen, ja-woord, mooiste dag van je leven, ring, bruidstaart, receptie. Al het andere in de wereld is bespottelijk triviaal.


5. Limentia is universeel en klassiek. Columbus voelde haar voor hij koerste naar Amerika, Odysseus toen hij oog in oog stond met de Cycloop, Pim Fortuyn toen hij ‘vergís je niet!’ riep, Mohammed B. toen hij stond te wachten tot Theo van Gogh langsfietste.


4. Doordat limentia archetypisch is, neigt de limentialijder naar een taalregister dat even ernstig en geladen is als het religieuze. “Ik ben Ayaan, die de dochter is van Hirsi, die…” “I have a dream.” Buiten de limentia om, klinken zulke zinnen grotesk, sentimenteel of lachwekkend. ((De pianist uit mijn roman Art. 285b staat in het laatste hoofdstuk terecht voor een misdrijf. Diezelfde avond moet hij zijn beslissende concert spelen. Het is limentia die hem als laatste woorden van de roman laat zeggen: ‘We moeten, en dat is wat jij en ik nog kunnen delen, op.’))


3. Limentia is nauw verbonden met lot. Het richt de schijnwerpers op de onomkeerbaarheid van wat gaat komen en de relatief geringe invloed die je er zelf op kunt uitoefenen. Er zit niets anders op dan je er volledig in te storten. Nietzsche spreekt van ‘de zeldzame kracht die vrijkomt wanneer iemand bereid is samen te vallen met zijn lot.’


2. Drie… twee… één… Overal waar deze woorden klinken, weet je zeker dat er iemand aanwezig is die in de greep is van die even meedogenloze als onmisbare macht:


1. Limentia.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Vol bewondering het stuk "erop of eronder" in het maandblad M gelezen.
De bijgeplaatste foto's zijn erg duidelijk, de uitdrukking op de gezichten zijn allemaal gelijk.
De omschrijving van het woord limentia is prachtig.
Toch zit ik met een vraag in de zin:
Columbus voelde haar voor hij koerste naar Amerika,
waarom het woord "haar" gebruikt is en niet "het"
Nogmaals een schitterend geschreven stuk, waar ik veel plezier aan beleef.

Jan v Gorsel

Christiaan Weijts zei

Dank. Ik zou het toch bij "haar" laten, omdat het neologisme naar analogie van bijv. "dementia" is gemaakt, dat volgens Van Dale vrouwelijk is.

Anoniem zei

Geachte heer Weijts,

'Erop of eronder' is een leuk stuk. Ik vind het wel een beetje raar dat u claimt het woord voor de beschreven tussentijd te hebben bedacht.

''Liminaliteit'' is een bekend concept in de antropologie. Er al veel over geschreven.

Literatuur erover is bijvoorbeeld te vinden onder het lemma 'liminality' op Wikipedia.

Met vriendelijke groet,
Eric Vermeulen