dinsdag 21 december 2010

Wegrijden


Doordat het gesneeuwd heeft – alle auto’s zijn bedolven onder een dikke vacht – tref je aan alle straatkanten dezelfde taferelen aan. Geparkeerde auto’s worden schoongeveegd terwijl de motor zachtjes pruttelt, als een pan op het vuur.
Met een schop scheppen mensen sneeuw weg rond de wielen – vastgekoekte ijsbrokken tussen banden en spatborden moeten worden losgebikt – waarna er pogingen ondernomen worden om weg te rijden.
Passagiers of passanten duwen het voertuig in de rug, terwijl de bestuurder het gas laat gieren en de wielen onstuimig doorslibben, als angstige beesten aan teugels. Als de auto uiteindelijk in het spoor schiet van ingereden smurrie, heeft dat altijd iets verrassends, dat reden geeft voor een bescheiden feestje van lichtseinen of claxonneren.



[vanaf nu op dit weblog af en toe een actueel prozafragment onder het label 'Flarden', soms wellicht uit ooit te verschijnen werk - wie weet]

1 opmerking:

Esther Neven zei

Ik lees net je artikel in NRC: sneeuw en de schoonheid van de stagnatie. De Poetische geest daarin spreekt me aan. Ik had dezelfde gedachten deze tijd, jij verwoord het erg mooi.

Ik heb het op mijn LinkedIn geplaatst.