woensdag 22 december 2010

Sneeuw en de schoonheid van de stagnatie


[NRC Handelsblad, gisteren]



Het janusgezicht van de winter. Dat is waar de journaals van de afgelopen dagen grotendeels mee gevuld waren: volle stationshallen versus sleeënde kinderen. Eerst de doorgedraaide vliegvakantiegangers, dan het stille Brueghellandschap. Eerst het strooizout dan de snert.


Sneeuw polariseert. Sneeuw legt de tegenstellingen bloot tussen het functioneel en logistiek georiënteerde deel van onze bevolking (forenzen, chauffeurs, middenstanders) en het bevolkingsdeel met een esthetische, sportieve of avontuurlijke blik (lanterfanters, kinderen, kunstenaars).


Instinctief neig ik ernaar het voor die laatste groep op te nemen, al heb ik ook hinder ondervonden van het weer, en hoop ik vurig op een allesbehalve witte kerst. Maar omdat de schoonheid van besneeuwde bossen, besleebare heuvels en schaatsgrage vennetjes al gul zijn bezongen, wil ik hier een nieuw type schoonheid aan de orde brengen, dat nog te weinig aandacht kreeg.


Ik bedoel de schoonheid van de stagnatie. Zo’n tijdelijke ontwrichting door winterweer biedt een zeldzaam inkijkje in hoe de wereld in elkaar zit, in de waanzinnige belasting van onze transportkanalen en onze gewenning aan beschikbare mobiliteit. Er schuilt poëzie in helikopterbeelden van geparkeerde Boeings, weggedoken in hun witte vacht, evenals in lege vertrekborden met daaronder de oranje lichtkrantletters: de NS wenst u prettige feestdagen.


Net als bij het wegvallen van een internetverbinding voelen we ons eerst even reddeloos verloren, om vervolgens te ontdekken dat het wel iets bevredigends heeft om even off line te zijn. Ineens valt er een stramien weg dat al zo vertrouwd was dat je het niet meer waarnam, en moet je je à l’improviste zien te redden.


Sneeuw gunt de wereld een adempauze. Zelf benutte ik die door uit het raam te staren en ongeveer het volgende te denken. Onze geschiedenis is er een van bouwen, dat wil zeggen: van beschermzones optrekken tegen het noodlot. Dat heeft achtereenvolgens de gezichten gedragen van natuurgeweld, van concurrerende diersoorten en rivaliserende medemensen. Het domein van het ‘buiten’ is steeds verder uitgedijd en omvat inmiddels alle ongemak in de breedste zin van het woord.


Tegenover het grote buiten van de schepping (bergen, vlakten, zeeën, sterren, kosmos), maakten wij ons herbergzame binnen, gemodelleerd naar de utopie van een onbegrensde indoorrealiteit. Vliegvelden naderen dit ideaal al heel behoorlijk, met hun twentyfour-seven geopende kiosken, bars, shops, kappers en geïntegreerde hotels, overdekte steden-in-steden, die hun kont naar de natuur hebben toegekeerd en even onverschillig zijn voor de loop van de zon als voor de wisseling van de seizoenen. Binnen die microkosmos houden we de temperatuur, de luchtvochtigheid en de toevoer van drankjes en versnaperingen constant.


Ook op kleinere schaal streven we het ideaal na van een leven zonder fluctuaties. Denk aan uw eigen auto, of aan die grote, luxe en veelal verbluffend sfeerloze hotels met parkeergarages waarvan de lift regelrecht in de lobby uitkomt. De periode dat je huid kan blootstaan aan lucht die niet zojuist nog door een airco heen is geslingerd, is teruggedrongen tot een minimum.


Volgens Epicurus zijn we gelukkig voor zoverre we er in slagen het lijden te vermijden. Onze tijd lijkt een radicaal doorgevoerd epicurisme na te streven, een egale wereld, waarin de condities optimaal zijn gereguleerd en waaruit elk noodlot is verdreven. Sijpelt er toch nog wat buitenwereld die cocon binnen, dan is onze reactie er een van verontwaardiging.


This is totally unacceptable for an international airport,’ vertelde een mevrouw op Schiphol streng in een NOS-microfoon. Ze gedroeg zich alsof zij eigenhandig een rimpelloos luchtvaartimperium had opgebouwd, een branche die ze tot in de haarvaten kende, en zich nu geconfronteerd zag met het prutswerk van een zooitje onbehouwen Hollandse boeren. Het was echter de sneeuw die haar verjoeg uit haar artificiële paradijs. Ik stel me voor hoe die vrouw op een ochtend in een blokhut in Noorwegen ontwaakt, en een misprijzende blik op het versgevallen sneeuwpak werpt, ‘totally unacceptable!’


Sneeuw en vulkaanas zijn de laatste natuurkrachten die we nog niet volledig hebben weten te temmen. Dat kun je onacceptabel vinden, je kunt het ook beschouwen als voorzichtige vraagtekens bij ons modern epicurisme. Stel je eens voor dat we werkelijk de seizoenen tot stilstand konden brengen en ons voorgoed in een cocon tegen het buiten konden weren. Verstikkend zou dat zijn, dodelijk saai en hopeloos vervlakt.


Van tijd tot tijd blootstaan aan de elementen is een ervaring die we nodig hebben om gezonder, vitaler, humaner te zijn. Een doorgedraaide wereld, zonder af en toe de adempauze van een stagnatie, is, als je het mij vraagt, totaal onacceptabel.


dinsdag 21 december 2010

Wegrijden


Doordat het gesneeuwd heeft – alle auto’s zijn bedolven onder een dikke vacht – tref je aan alle straatkanten dezelfde taferelen aan. Geparkeerde auto’s worden schoongeveegd terwijl de motor zachtjes pruttelt, als een pan op het vuur.
Met een schop scheppen mensen sneeuw weg rond de wielen – vastgekoekte ijsbrokken tussen banden en spatborden moeten worden losgebikt – waarna er pogingen ondernomen worden om weg te rijden.
Passagiers of passanten duwen het voertuig in de rug, terwijl de bestuurder het gas laat gieren en de wielen onstuimig doorslibben, als angstige beesten aan teugels. Als de auto uiteindelijk in het spoor schiet van ingereden smurrie, heeft dat altijd iets verrassends, dat reden geeft voor een bescheiden feestje van lichtseinen of claxonneren.



[vanaf nu op dit weblog af en toe een actueel prozafragment onder het label 'Flarden', soms wellicht uit ooit te verschijnen werk - wie weet]

dinsdag 14 december 2010

Sprezzatura



Omdat ik eind februari even in Rome ben, wilde ik online alvast een hotelkamer boeken. Dat viel nog niet mee. Niet dat er onvoldoende kamers beschikbaar waren, het waren er juist te veel. Het hele historische centrum van Rome is bezaaid met kamers van rond de honderd euro, die er op de internetfoto's stuk voor stuk even keurig en stijlvol uitzien.

Nu weet ik uit mijn ervaring als Funda-surfer en huizenjager dat interieurfoto's de grootste leugenaars op aarde zijn, en de teksten overtuigen me evenmin. Ik geloof niet dat er mensen zijn die nog over de streep worden getrokken door het vooruitzicht van een 'riant' ontbijtbuffet, een 'schitterende, centrale' locatie, of door de gedachte aan het ronddwalen door 'kronkelige steegjes van de meest charmante en authentieke wijk van Rome'.

Op dezelfde manier geloof ik evenmin in het bestaan van mensen die boeken aanschaffen door de omslagbelofte van een 'bloedstollende', 'zinnenprikkelende', 'scherp-zinnige' of 'bij vlagen hilarische' leeservaring.

Ooit volstond een combinatie van een plaatje en een exotische omschrijving misschien als projectiescherm voor gedroomde reizen, maar consumenten zijn geëvolueerd tot min of meer intelligente levensvormen, die erkennen dat zo'n reclametekst niet een van hoger hand neergedaald oordeel is, en zelfs geen adequate beschrijving van de realiteit hoeft te zijn.

Zowel uitgevers als hoteliers zijn zich dat inmiddels bewust, en toch kunnen ze niet ophouden met de productie van dergelijke lokkertjes. Het is een machine die plichtmatig doorloopt. Begrijpelijk, want zolang niet alle hotels er gelijktijdig mee ophouden hun ontbijtbuffet 'riant' te noemen, breng je jezelf in levensgevaar door het woord als enige te schrappen. Wat een wildgroei aan pr-clichés lijkt, is in werkelijkheid een vileine wapenwedloop.

Goed, omdat ik dat allemaal weet en doorzie, baseer ik mijn keuze op iets anders. Ik klik door naar de tabbladen 'reviews' of 'beoordelingen' zoals alle hotelsites die hebben. Hier vind je authentieke gebruikerservaringen van reizigers die met min of meer dezelfde verlangens als ikzelf naar Rome zijn afgereisd, en die mij vrijwillig deelgenoot maken van de mate waarin hun verblijf afweek van hun verwachtingen vooraf.
Hier kun je van op aan. Het is alsof je iemand op een verjaardag hoort zeggen: o, wil je naar dát hotel? Ja, ze bieden gratis fietsen aan, maar vertellen je er niet bij dat je vijf trappen op en af moet, en dat het er 's nachts heel gehorig is. Goed, het kost een hoop tijd, maar met behulp van deze getuigenissen kun je een veel nauwkeuriger keuze maken. Als zes mensen razend enthousiast zijn en er maar eentje klaagt, en dan alleen maar over loshangende kit bij twee badkamertegels, nemen je kansen op een aangenaam verblijf toe.


Dat dacht ik tenminste. Totdat ik las dat er bij de gebruikersrecensies op internetboekhandel Amazon op grote schaal gefraudeerd wordt. Uitgevers en schrijvers blijken pr-bedrijven in te schakelen die vervolgens een wildgroei aan fake-recensies publiceren, vooral negatieve recensies bij concurrenten. Dat schreef de Daily Mail vorige week. Eerder bleek de Britse historicus Orlando Figes onder een valse naam negatieve recensies te publiceren bij de werken van zijn eminente collega's.
Als je zoiets leest zou je willen dat Reve, Hermans en Mulisch nog leefden en over en weer schitterende schaduwoeuvres van hate reviews hadden kunnen schrijven, of dat ze verbeten in elkaars Wikipedia's zouden gaan kladden en gummen.


Tegelijkertijd besef ik dat ik een probleem heb. 'Wij hebben fantastisch geslapen op heerlijke bedden. We hadden een erg ruime kamer, zeker voor Romeinse begrippen, heel behulpzaam personeel (Mario heeft ons zelfs naar het station gereden!) en een ontbijt zoals ik dat elke dag wel wil.' Was getekend: wc-eend.


Ook uitgevers en hoteliers weten inmiddels dat ze moeten infiltreren in social media en online recensies. Ze hebben geleerd beoordelingen, reviews en tweets te tikken, die terloops ogen, niet al te gelikt, en die dus ook wat spelfouten moeten bevatten. De taak van copywriters en pr-medewerkers is zowel complexer als enerverender geworden. In feite brengt de ontwikkeling van internet hun werk dichter bij dat van een romanschrijver. Hij moet de kunst verstaan het kunstige te verbergen onder zijn kunst. Hij moet een achteloosheid kunnen veinzen bij een actie die juist uiterst bestudeerd en op effect belust is. Hij moet zich, met andere woorden, tooien met een sprankelend sprezzatura.
Dit alles helpt mijn zoektocht naar het ideale hotel in Rome echter niet veel verder. Nu ook de autoriteit van zogenaamd authentieke beoordelingen in twijfel getrokken moet worden, ben ik weer terug bij af.


Er resten mij twee wegen. Ofwel ga ik alle recenserende scribenten natrekken, onderzoeken of ze elders ook recensies schreven, de waarschijnlijkheid van hun spelfouten onderzoeken, et cetera. Ofwel - en dat besluit ik te doen - leg ik mij erbij neer en accepteer ik dat reizen weer het ongewisse avontuur is dat het was in de tijd van Goethe.

zondag 21 november 2010

Column De Groene

Nu ook on line, mijn column in de Harry Mulisch special van De Groene:

Het enige gesprek dat ik ooit met Harry Mulisch voerde duurde twintig seconden en vond plaats op het Leidseplein.

KLIK HIER

donderdag 11 november 2010

Venijn

Je kunt ook té principieel zijn. PvdA-leider Job Cohen bekende deze week dat hij tegen een ingediende motie heeft gestemd, ook al was hij het helemaal eens met de inhoud ervan. Het ging om Wilders’ motie om de rol van de koningin in het formatieproces in te perken.

Cohen deelt dat standpunt maar weigerde Wilders aan een meerderheid te helpen, omdat diens motie zou voortkomen uit „venijn en revanchisme”.

Dat belooft wat. Doet u mee met onze motie om de trainingsmissie in Afghanistan tegen te houden? Ach, ik ben het met u eens, maar u roept dit alleen maar om het CDA te dwarsbomen. Zullen we samen de kunst-btw omlaag helpen? Ik zou niets liever willen, maar u roept dit alleen maar om kiezers te trekken, dus nee, bedankt.


Het hele politieke spel is nu juist schipperen, handelen, monsterverbonden sluiten, linksom of rechtsom meerderheden vinden om je ideeën te realiseren. Zelden zul je daarbij precies dezelfde motieven hebben als andere partijen, maar het gaat toch om het boeken van resultaten?

Je moet iemands rancuneuze gevoelens juist bespelen en venijnig ombuigen in je eigen voordeel. Zeker met die gammele minderheidsconstructie is er voor de oppositie veel ruimte om de PVV – dat veelkoppige schepsel van half coalitie, half oppositie – te verleiden. Maar de oppositieleider weigert gewiekst te zijn. Hij denkt nog dat venijn en revanchisme niet in de Haagse arena thuishoren, terwijl ze er uit alle waterleidingen en airco’s opwalmen, vies en vunzig tot in de plintnagels.

Job Cohen bezondigt zich aan wat in literatuurkritiek de ‘intentional fallacy’ heet: de inhoud ondergeschikt maken aan de vermeende bedoeling van de auteur. W.F. Hermans’ Onder professoren waardeloos vinden omdat het boek zou voortkomen uit rancune. Gelukkig zijn Kamermoties geen literaire teksten, maar het aannemen of afwijzen ervan heeft grotere gevolgen dan een goede of slechte recensie.

Als Cohen zijn idealisme trouw is, zal hij bij geen enkele motie met de PVV samenwerken. Dat maakt zijn ruimte om oppositiemeerderheden te mobiliseren wel venijnig klein.

zondag 7 november 2010

vrijdag 5 november 2010

Pessoa


Bij Athenaeum verscheen zojuist het Perpetua-deel Gedichten van Fernando Pessoa. Hieronder is het nawoord te lezen dat ik bij de bundel schreef:

http://www.uitgeverijathenaeum.nl/web/Artikel/De-polyfonie-van-het-innerlijk.htm

donderdag 23 september 2010

Placeboknoppen


Onlangs hoorde ik iets onthutsends van iemand die goed ingevoerd is in de technologie en regelstrategie achter verkeerslichten. Het ging over de drukknoppen voor voetgangers en fietsers.


Van kinds af aan heb ik dat al machtige instrumenten gevonden. Op elk kruispunt geven ze ons de troost dat we niet zijn overgeleverd aan de harteloze willekeur van het systeem. Met één druk op de knop laten wij, wielloze wandelaars, die meedogenloze autozee uiteenwijken, en we lopen over het zebrapad als Mozes door de Rode Zee.


Op oversteekplaatsen mét drukknop blijken voetgangers zich gemakkelijker bij de wachttijd neer te leggen dan op die zónder. Dus wat, vertelde mijn informant, doet de overheid? Ze plaatst op allerlei kruisingen drukknoppen, zonder dat die de wachttijd beïnvloeden. Het zijn placeboknoppen, die ons de illusie van macht geven.


De verleiding is groot om deze openbaring heel cynisch als metafoor te gebruiken (‘verkiezingen zijn ook een druk op de placeboknop’), maar je kunt er ook iets positiefs uit leren. Geef mensen het gevoel mee te sturen en hun gemopper vermindert.


Voorbeeld: de kinderopvang wordt duurder. Ja, ongeveer één euro per kind per dag, en als je daar de loonstijging in meerekent is het zes euro per maand. ‘Even wat populisme:’ twitterde Femke Halsema (GroenLinks) vorige week, ‘straks is de kinderopvang onbetaalbaar voor een verpleegster, maar bezitten we wel een peperdure straaljager.’


Dat populisme heeft ze consequent doorgezet. Hoewel de stijging van kinderopvangkosten alleszins redelijk is, kaapt Halsema het emotioneel gevoelige thema om de gunst van de kiezer te winnen.


Die staat mopperend voor een stoplicht zonder drukknop en voelt zich overgeleverd aan de willekeur van de regering. Als we burgers konden laten meebeslissen over het verdelen van die miljardenbezuinigingen, dan zouden ze niet zo klagen over die paar tientjes. Dan waren ze medeverantwoordelijk en betrokken, zagen ze de noodzaak ervan in, in plaats van zich zo passief en consumptief op te stellen.


Echt meebeslissen is bovendien niet eens nodig. Het volstaat om ze alleen maar die illusie te geven.


vrijdag 17 september 2010

Pervers


“Goeiedag, verkeerspolitie. De reden waarom of dat we u aan de kant zetten is de snelheid.”


“Pardón? Is het hier hónderd? Op een uitgestorven vijfbaansweg?”



“Negentig zelfs. Werkzaamheden. Stukje terug stond een joekel van een bord.”



“Ja, lekker verdekt opgesteld zeker. Want ik lees ook kranten en weet dat het OM diep in de rode cijfers staat. Dus staat u hier met uw bonnenboekje uw quotum te halen en de kas te spekken. Dus zijn die boetes van u met 15 procent gestegen. Ik zal u precies zeggen wat ik daarvan vind: ik vind het abject en ik vind het infaam. Op dit moment geeft u toe aan een perverse prikkel.”



“Hoho, u mag dan wel de driedelige Van Dale hebben ingeslikt, als u smerige taal gaat uitslaan, gaat het u nog meer kosten.”



“Ik zal het u sterker zeggen: u bedrijft klassenjustitie. Want ik kan mij die honderd euro moeiteloos veroorloven. Ik zie dat als tolgeld om steevast op de linkerbaan te kunnen scheuren. Maar voor die paupers in die zesdehands Peugeotjes is honderd euro een boel geld. Wat u dus zou moeten doen is die boete naar draagkracht opleggen, al oogt dat paradoxaal: ogenschijnlijk klassenjustitie bedrijven om klassenjustitie tegen te gaan. Een andere mogelijkheid is om van iedereen meteen het rijbewijs voor drie dagen in te nemen. Dan ervaart zowel de tokkie als het maatpak dezelfde hinder. Maar ja, op zulke briljante gedachten zul je het OM niet gauw betrappen, zeker niet nu het zelf financieel aan de grond zit, en u er vandaag op uit stuurt middels een perverse prikkel.”



“Nu is het genoeg met die vuiligheid! U krijgt proces-verbaal voor het beledigen van een ambtenaar in functie.”



“U gaat uw gang maar. Gesteld dat een rechter u gelijk geeft, ik zeg gestéld, dan nog zal hij mij hooguit een taakstraf opleggen, en die wordt dankzij het financiële wanbeleid voortaan omgezet in een boete. Bij het OM bestaat straks nauwelijks meer een rechtvaardige relatie tussen misdaad en straf. Als het maar geld oplevert: zo straf je alleen de armen. Klassenjustitie wil zeggen dat ik het mij kan veroorloven u pervers te noemen. Goedemiddag.”


donderdag 9 september 2010

Staatszin


Voor columnisten lijken dit gouden dagen, ware het niet dat één bijkomstigheid hun geluk dwarsboomt: in de uren tussen schrijven en publicatie kan de politieke realiteit finaal kantelen.


Wat zal er nu weer allemaal gebeuren tussen mijn sendknop en uw krantenjongen? Ab Klink keert alsnog terug in CDA-fractie. Beatrix benoemt Hilbrand Nawijn tot informateur. PVV trekt gedoogsteun in, tenzij het CDA zich zwart op wit bereid verklaart een paard tot staatssecretaris te kronen. CDA hierover in crisisberaad bijeen.


“Irak heeft al vijf maanden geen regering,” hoorde ik een voice over laatst onheilspellend zeggen. Ik riep tot de Irakezen in mijn tv-scherm: stel je niet aan, kniesoren, wij doen het al zeven maanden zonder, en sindsdien gaat het beter dan ooit.


Ga maar na: de huizenmarkt trekt aan, de werkgelegenheid stijgt, we zijn weg uit Afghanistan, wonnen bijna het WK, roken weer in kleine kroegen, de Rotterdamse Haven draait weer op volle toeren, onze banken presenteren hoopvolle jaarcijfers, en Geert Wilders is veranderd in een doodgewone, behoedzame achterkamertjespoliticus.


Nee, dat demissionaire Balkenende IV is zo gek nog niet.


Toch, het land is ongeduldig, allerlei sectoren staan op pauze: hypotheekverstrekkers, bouwbedrijven, thuiszorg, pensioenfondsen, universiteiten... Allemaal kunnen ze pas verdere toekomstplannen maken als er kabinetsbesluiten zijn.


De afgelopen week leek op de finale van een voetbalwedstrijd waarbij er in blessuretijd alsnog over en weer doelpunten vielen. Gejuich steeg afwisselend op van de rivaliserende tribunes. Precies wat we nodig hebben: de hysterie compleet.


En Beatrix maar door het veld hollen, in haar scheidsrechterbroekje, grensrechter Tjeenk Willink er achteraan. (Trouwens: dat WK voetbal in Nederland en België in 2018? Wel heel optimistisch. Alsof die landen dan al regeringen hebben.)


Intussen zijn buitenlandse krantencommentaren en de Europese Commissievoorzitter Barroso bezorgd over ons. Vanmiddag spreekt waarschijnlijk ook de Paus zich uit. Overmorgen maakt Geert z’n nummertje op Ground Zero. Goed voor weer een weekje trammelant. Gouden dagen voor columnisten en tv-makers, maar allerminst voor’s landsbelang, of op z’n Vlaams: staatszin.


Want wie heeft hier nog zin an?


maandag 6 september 2010

tiplijst ako

Benno Barnard - Vage buitenlander (Atlas)Kees van Beijnum - Een soort familie (De Bezige Bij)Oscar van den Boogaard - Meer dan een minnaar (De Bezige Bij)Walter van den Broeck - Terug naar Walden (MeulenhoffManteau)Saskia de Coster - Dit is van mij (Prometheus)D. Hooijer - Catwalk (Van Oorschot)Ernest van der Kwast - Mama Tandoori (Nijgh & Van Ditmar)Tom Lanoye - Sprakeloos (Prometheus)Menno Lievers - De val van Hippocrates (De Bezige Bij)Margriet de Moor - De schilder en het meisje (De Bezige Bij)Nelleke Noordervliet - Zonder noorden komt niemand thuis (Augustus)Cees Nooteboom - Scheepsjournaal (De Bezige Bij)Willem Jan Otten - Onze lieve vrouwe van de schemering (Van Oorschot)Koen Peeters - De bloemen (MeulenhoffManteau)David van Reybrouck - Congo (De Bezige Bij)Thomas Rosenboom - Zoete mond (Querido)Daniel Rovers - Elf (Wereldbibliotheek)Peter Terrin - De bewaker (De Arbeiderspers)Franca Treur - Dorsvloer vol confetti (Prometheus)Gabri van Tussenbroek - Amsterdam in 1597 (Veen)Arjen van Veelen - Over rusteloosheid (Augustus)Bart Vercauteren - Het graf van de voddenraper (Linkeroever)Ivo Victoria - Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voormin-twaalfjarigen won (AmboAnthos)Christiaan Weijts - De etaleur (De Arbeiderspers)Annejet van der Zijl - Bernhard (Querido)

donderdag 2 september 2010

De ongewone man


Ferme wil, zeurpiet, piketpaaltjes, ja mits, nee tenzij, mastodonten: de woorden van de politieke zomershow klinken nu al nostalgisch.


Dat krijg je als de partij voor spruitjes, God en geraniums zich te pletter rijdt tegen de partij voor Henk en Ingrid.


De tegenstellingen mogen dan onoverbrugbaar zijn gebleken, beide partijen streefden diep in hun harten naar dezelfde Oud Hollandsche gezelligheid.


Mieters was het, jottum!


Vooral de spreekstalmeester van het circus, CDA-interimbaas Henk Bleker, was fascinerend. Je zag hoe hij met tegenzin veranderde in de Mat Herben van het CDA, met z’n LPF-achtige toestanden.


Bij elk interview verwachtte je dat die man elk moment kon breken, en zou verzuchten: ‘Ach weet u, ik ben het ook spuugzat met die partij, met die ego’s en hun gezeik. En wie mag het nu allemaal gaan opknappen voor de camera? Juist, gekke Henkie. Maar weet u wat? Ik kap er mee, ze zoeken het maar uit. Ik ga lekker op vakantie met Ingrid. Voor mijn part doeken ze de partij op.’


De grote winst is uiteraard dat dit laatste nu zeer serieus overwogen moet worden. Overal in Europa zien we de christendemocratie ineenstorten - van het Duitse CDU, het Belgische CD&V, tot Spanje, Frankrijk en Italië – ten gunste van populistisch-nationalistische stromingen. De christelijke ideologie heeft z’n tijd als middelpuntzoekende kracht in de samenleving gehad. De nieuwe collectieve krachten dragen onder de valse vlag van vrijheid een schijnliberalisme binnen.


Om welzijn te beloven aan de gewone man perken ze de vrijheid in van de ongewone man (immigrant, kunstenaar, gelovige, grachtengordelbewoner, designbrildrager, intellectueel).


Dat er vanuit de VVD zo weinig kritiek kwam op de PVV, bewijst helaas dat het slecht gesteld is met ons liberalisme.


De VVD kan het goedmaken, door alsnog breeduit te lekken hoeveel Wilders allemaal bereid was in te leveren van z’n sociale programma. Maar zelfs dan weet Wilders de gewone man er vast van te overtuigen dat dit allemaal kletspraat van zeurpieten is. Daarin is hij sterk. Daarin is hij een verbluffend ongewone man.


donderdag 26 augustus 2010

Eikels


Alles is handel, ook de Holocaust. ‘I am the seller from the original Anne Frank chestnut,’ meldt een mafkees op eBay. ‘On 21 november 2007 that chestnut sold for $10240,--. Now I am offering a tree grown out of an original Anne Frank chestnut.’‘The Ultimate Souvenir’ roept een andere dwaas, die $ 750 per kastanje wil. Op Marktplaats wemelt het stekjes, stukken schors, takken (‘laatste stukken gaan nu d’ruit’) en kastanjes (‘doet u een rieel bod’, ‘Heb nog een halve emmer vol ! Dus OP IS OP !!!’).


Zelf heb ik nog een stekje in de aanbieding van de Major Oak uit Sherwood Forrest, waar Robin Hood onder schuilde. De eikels gaan per opbod weg.


Eerdere kopers hadden ook interesse in mijn zonnebloempitten, met bijbehorend certificaat van hun afstamming van Van Goghs zonnebloemen. Voorts, in een combipak met Berlijnse Muurgruis: de pik van Joseph Goebbels. Voor 12 duizend mag-‘ie weg.



Zelfs handelaren zonder authentieke Anne Frank-gadgets kunnen aanhaken bij de business die oorlog heet. Zo biedt ‘JUMBAflame’ haardblokken aan die gemaakt zijn van (nee écht!) dezelfde kastanjesoort als de Anne Frankboom: ‘een haardblok welke van binnen ontbrand. Prachtig effect voor de zwoele avonden!’
Al die kastanjehandelaren hebben vast in hun handjes gewreven, toen Rob Trip in het Journaal met plechtige graftoon zat te verkondigen hoe die kastanje achter het raam voor Anne (snif) het symbool was (snif) voor de vrijheid.


Ke-tjíng, kassa. Fox News erbij. Reuters, CNN, kom er maar in!


Sterven in Bergen-Belsen biedt een tienermeisje allerminst bescherming tegen exploitatie vijfenzestig jaar later. Wat als die boom en haar loodzware stutconstructie op een kinderwagen was gevallen?


Zou de Stichting Support Anne Frank Tree, die per se die zieke boom overeind wilde houden, dan hebben volhard? Die club schreeuwde destijds moord en brand, alsof het omkappen haast een daad van antisemitisme was.


De stap van bevlogenheid naar fundamentalisme is een kleine.


Vraag: hoeveel bomen zijn er gekapt om die 20 miljoen exemplaren van Anne Franks dagboek uit te kunnen geven?

zondag 22 augustus 2010

Overleven


We kennen allemaal het schokje dat door ons heen trekt als we ineens in één ruimte zijn met een beroemd iemand. Ook al willen we het niet, generen we ons ervoor en doen we alsof het ons niets doet, het is een biologische reflex, die al sinds de oplevering in ons systeem is ingebouwd, uit overlevingsoogpunt.


Het heeft evolutionair voordeel om in de nabijheid van winnaars te toeven. Daarom hebben we de neiging om mensen zonder succes te negeren. Bij de Albert Heijn verdwijnt de straatkrantverkoper naar de achtergrond van onze waarneming terwijl zelfs een kleine celebrity als Erwin Kroll al oplicht in de menigte.


Voeg daar bij dat we geneigd zijn solidair te zijn met mensen naarmate ze meer overeenkomsten met ons hebben (in je eigen straat ga je aanzienlijk amicaler om met buren van je eigen opleidingsniveau), en het is begrijpelijk dat we niet zo begaan zijn met Pakistan.


Haïti en Thailand hadden nog een associatie van exotische vakantiebestemmingen, wat ze identificeerbaar maakten. Met Pakistanen hebben we zo weinig gemeen, dat hun lot verdwijnt naar de achtergrond van onze aandacht. Op een abstract niveau vinden we het sneu, maar het raakt ons aanmerkelijk minder diep dan de regen die Erwin Kroll steeds weer aankondigt in eigen land.


Is dat hypocriet?


Wel vanuit een christelijke moraal, maar als we gemakshalve even aannemen dat er geen God bestaat, dan is onze Pakistanweerstand domweg onze natuur, en zou het juist hypocriet zijn als we die probeerden te verdoezelen.


Om verre rampen toch aan de man te brengen proberen media die te scripten, er beelden bij te zoeken die ons dwingen tot inleving, en dan kom je snel uit bij kinderen en baby’s. Geef de straatkrantverkoper een baby op de arm en zijn dagomzet zal vervijfvoudigen.


Is dat hypocriet?


Welnee, het is domweg de natuur, zoals het de natuur is dat we liever winnaars dan verliezers zien.


Zoals het eveneens de natuur is die met rampen en epidemieën het bevolkingspeil reguleert op onze aardbol.


donderdag 19 augustus 2010

Check de agenda


Wilt u Christiaan Weijts live ontmoeten? Dat kan, van Purmerend tot Zwolle, en van Nijmegen tot Oostende. Check de bijgewerkte agenda.

http://www.christiaanweijts.nl/agenda.html

donderdag 12 augustus 2010

2 november

De tweede november van dit jaar belooft een broeierige dag te worden. Uitgerekend dan, op de sterfdag van Theo van Gogh, is de Amsterdamse rechtbank van plan om uitspraak te doen in de zaak tegen Geert Wilders.

Laten we aannemen dat het kabinet waarvan Wilders steunpilaar is, dan net geformeerd is. Alleen daarom al stroomt de buitenlandse pers massaal toe. Of het tot een veroordeling komt is nauwelijks van belang. Goed, het wordt een hele staatsrechtelijke puzzel of Rutte I bij een veroordeling overeind blijft, maar dat staat in geen verhouding tot de media-effecten van het proces.

Vermoedelijk zal Wilders opnieuw aandringen op een integrale voordracht van de aanklacht, inclusief alle ophitsende teksten en een volledige beschrijving van Fitna.

Als hij in zijn nieuwe rol als gedoogsteuner zijn toon al matigt, zal die nuance wegvallen in die mondiale reprise van de ‘oude’ Wilders. Ditmaal kan Buitenlandse Zaken niet volhouden dat het slechts om een verdwaald kamerlid gaat.

Dat kan meer gevolgen hebben dan een boycot van Goudse kazen en tulpenbollen. Ik bedoel: het verschil tussen gedoogsteunen en regeren is een subtiel verschil, en terroristen staan niet bekend om hun gevoel voor nuance.

De effecten zullen voor iedereen te merken zijn: nog strengere controles bij Schiphol, overheidsgebouwen, evenementen en metrostations. Wilders’ permanente beveiliging voorafschaduwt die van heel Nederland.

Zo stilletjes aan zullen de eerste doden wel vallen; er zijn zat koppen gerold om minder. Voeg daar bij dat de financiële pijn vooral komt te liggen bij de sociaal zwakkeren –Wildersstemmers en allochtonen; die immers het meeste lijden onder de verrechtsing van kinderopvang, WW, AOW, zorg en huur – en je kunt een aardige inschatting maken van de sfeer in ons land.


Nee, plezierig is die allerminst, en het meest irritante is dat het uitgerekend CDA-leden zijn die als enige nog een stok kunnen steken tussen de spaken, op hun congres.

Helaas bestaat er geen lijdzamer, geen hypocrieter volkje dan de christendemocraten.

Helaas heeft de grootste verliezer van de verkiezingen nu de meeste macht.

donderdag 5 augustus 2010

Gedoogsteund


Lijn 12, dinsdagochtend 10:12. Eén halte voor Holland Spoor zwaaien de deuren open en stormen conducteurs binnen. Ook op het perron staat een legertje geüniformden, dat uitstappers opwacht.

“Kaartje! Spreek je Nederlands!” vang ik op. Een boom van een kale Hagenees houdt drie Hindoestaanse dametjes tegen. “Geen kaartje? Geen Nederlands? Dan nu: paspoort! Of ik breng je naar de politie. Voor proces-verbaal. Dat ken ook.”

Bij alle deuren spelen zich simultaan vergelijkbare scènes af. Binnen maakt een kaartjescontroleur zijn ronde, gechaperonneerd door een beveiliger. Ik houd mijn ov-chipkaart gereed – onnodig, want de kerels hebben haast en slaan de hoek waar ik zit – met alleen blanke autochtonen – over.

Het doek voor het rechtse kabinet is nog maar net opgespannen en dit soort handhavers neemt alvast een voorsprong op de inkleuring. Alleen al door het ‘boven de markt hangen’ van de PVV voelt het trampersoneel zich gelegitimeerd tot dit buitenproportionele en discriminele optreden.


Men waant zich gedoogsteund.

’s Avonds vertellen hoge politieambtenaren aan Netwerk dat ze een wetswijziging willen. De politie zou preventief moeten kunnen arresteren, dus nog vóór iemand iets strafbaars doet. Agenten kunnen namelijk heel goed inschatten of iemand rottigheid gaat uithalen. En zo kan oom agent z’n gezag weer terugkrijgen. Netwerk: “Maar je kunt toch niet zomaar iedereen gaan oppakken?” Frans Heeres, korpschef in Brabant: “Niet als je de wet niet verandert.”
Ook de politie begint maar alvast te vingerverven op het blanco doek. Als dat rechtse kabinet toch rechtsbeginselen overboord gooit, waarom dan niet gelijk het ´onschuldig totdat´-principe en het credo ‘niemand wordt gestraft voor zijn gedachten’.
Waarschijnlijk denken die agenten dat ze bij Rutte I straks zeggen: “Preventief arresteren? Ach, waarom ook niet? In China en Noord-Korea zijn er al heel ver mee. En bij de Stasi en de Gestapo bleek het een voortreffelijk instrument voor gezagsversterking.” Zonder dat er nog maar één streek op het doek staat, is de trend alvast ingezet om alle harde, agressieve en discriminerende sentimenten vrijelijk van de daken te schreeuwen.


Men waant zich gedoogsteund.


woensdag 7 juli 2010

McLibris


[Column de Groene Amsterdammer van vorige week]


De boekhandel verhoudt zich tot de schrijver als de speakerset tot de cd-speler. Je kunt nog zo'n voortreffelijke cd-collectie hebben, en nog zo'n geavanceerd apparaat, het zijn uiteindelijk de luidsprekers die het kunnen maken of verprutsen.

Toen de Libris Literatuurprijs dit jaar naar een verhalenbundel ging (Kleine dagen, Bernard Dewulf) werd kort daarop besloten dat voortaan alleen nog maar romans mogen meedingen. Twee redenen voert de firma Libris aan in een verklaring: 'de wens om maximale duidelijkheid te verschaffen en het toenemende aantal grote inzendingen met veelsoortig proza.'


Een tikje vreemd.


Een boekenketen die met een jaarlijkse prijs de Nederlandse literatuur een steuntje in de rug wil geven, zou toch niet vijandig moeten staan tegenover een toenemend aantal grote inzendingen met veelsoortig proza?


In plaats daarvan besluit de keten dat het maar eens uit moet zijn met die veelsoortigheid. Romans willen ze voortaan hebben, en niets anders. En waarom? Dat blijft met die verklaring onduidelijk.


De eerste wens - maximale duidelijkheid verschaffen - is meteen al niet uitgekomen. Het antwoord ligt overigens voor de hand: verhalenbundels verkopen niet. De mensen van de firma Libris zullen bijkans nog meer teleurgesteld zijn geweest dan Tom Lanoye, toen de naam van Dewulf viel.


Omstandig legt het Librisprijs-bestuur op de website uit dat het besluit om af te rekenen met de veelsoortigheid al genomen was in het najaar van 2009. Bij zulke refutatio's moet ik altijd denken aan Bismarcks uitspraak: 'Geloof niets in de politiek tenzij het officieel wordt ontkend.' Het heeft ook veel weg van die voetballers die een tegenstander pootje haken en direct daarop de vermoorde onschuld uithangen, met de handjes in de lucht. Ik deed niks hoor, echt niet!


En dan nog. Wanneer de firma Libris precies besloot verhalenbundels te tackelen doet er weinig toe. Voornamer is dat zo'n decreet weer eens bewijst wat een macht de boekhandelaar heeft in het literaire veld. Vanaf dit jaar zullen er waarschijnlijk heel wat verhalenbundels verschijnen die de genreaanduiding roman voeren, om mee te kunnen dingen.


Het onderscheid is natuurlijk nooit waterdicht geweest. Elke verhalenbundel zal een eenheid nastreven, en een zorgvuldige compositie zijn. Denk aan zo'n boek als Roem van Daniel Kehlmann, dat onlangs de Prix Cévennes won. Dat zou je gerust een verhalenbundel kunnen noemen, als je niet wist dat die dingen niet verkopen. Roman, zegt de Nederlandse vertaling dan ook. Ein Roman in neun Geschichten, durft het Duitse omslag nog wel te zeggen.


De boekhandels zijn de luidsprekers van de schrijver en als zij besluiten dat verhalenbundels en novellen niet verkopen, dan komen die werken ook nergens meer 'horizontaal' te liggen en staan ze weggemoffeld in een kastje met het label 'Onverkoopbare meuk die we ook nog hebben'.


Twee jaar geleden was er een aanverwant relletje rond de Gouden Uil in België. Die ging naar Marc Reugebrinks roman Het grote uitstel. Een onbekend en dus onverkoopbaar boek, klaagde de sponsor (boekhandelketen De Standaard), die 'slechts' negenduizend exemplaartjes wist te slijten. Kort daarop - en over het causale verband lopen tot vandaag nog stevige discussies - zijn jury en organisator van de prijs vervangen.


Ik snap die boekhandelketens niet. Blijkbaar willen ze alleen bestsellers met een prijs bekronen. Maar die bestsellers verkopen toch ook al zonder prijs? Plemp ze in torenhoge stapels in je kiosken, bij je kassa's en in je toptien, en houd dit weken achter elkaar stug vol met een en dezelfde 'titel' en je doel is bereikt, de honderdduizend gehaald, en je kunt weer door, het publiek op de volgende bestseller trakteren.


Ik snap die boekhandelketens werkelijk niet. Zo'n firma sponsort een literaire prijs toch juist om literaire kwaliteit buiten het reguliere massa-aanbod boven water te krijgen? Maar nee, het is juist de veelsoortigheid van het proza waar de ketens nadrukkelijk vanaf willen. Het streven is een maximale versmalling van het assortiment. Zoals overal garandeert eenvormigheid en massaliteit efficiëntie en omzet. Het maakt die ketens niet uit of ze dat bereiken met boeken, overhemden of hagelslag.


McLibris, I'm lovin' it.


Op papier heeft de literatuur nog een status waarin ze bescherming geniet tegen het platte marktmechanisme, met een laag btw-tarief, een vaste boekenprijs of met literaire prijzen. In de praktijk is dat zoiets als het obligate paragraafje 'verantwoord en duurzaam ondernemen' dat bedrijven in hun jaarverslagen opnemen.


Dankzij McLibris verschijnen er de komende jaren nog meer romans, namelijk al die verhalenbundels die terecht menen ook mee te moeten dingen. Het gevolg is dat de 'roman' een nog grotere vergaarbak wordt van allerhande prozateksten. De lectuur zat er al bij, de thrillers en de chicklits, net als de novelles. Nog even en ook toneelstukken, biografieën en gedichtenbundels krijgen het woord 'roman' opgestempeld.


Pas maar op, Libris. Dit kan wel eens een verontrustende toename zijn van veelsoortig proza.


donderdag 1 juli 2010

Kolenboeren


Nog een reden om geen nieuwe kolencentrales te bouwen: er kleeft bloed aan die kolen, ingekocht bij bedrijven die moorden in Colombia, en bij Zuid-Afrikaanse mijnen die de gezondheid van de omwoners schaden. Dat onthulde Netwerk deze week.


Als argument vóór nieuwe kolencentrales heeft de politiek altijd aangevoerd dat we geen keus hebben: de energiebehoefte neemt toe, duurzame energie is er nog niet en we willen niet afhankelijk zijn van import uit het buitenland.


Dus we bouwen nieuwe centrales, stoken er kolen in die Zuid-Afrikanen longkanker bezorgen, vangen de CO2 op en slaan die voor eeuwig op onder woonwijken, saboteren onderzoeken naar de gevaren hiervan - zoals Zembla onlangs liet zien -, en dat doen we allemaal als… tijdelijke overbrugging naar duurzame energie.


Dat wil er bij mij niet in. De Zembla-uitzending over CO2-opslag toonde aan hoe groot de invloed is van energiemaatschappijen op de politieke besluitvorming. Zoals de elektrische auto in de jaren zeventig al rijp voor productie was maar werd tegengehouden door de olie-industrie, zo heeft het er nu alle schijn van dat duurzame energie in Nederland tegen wordt gehouden door kolenstokers die teveel verdienen aan de status quo.


Na de privatisering zijn die zich als prijsvechters gaan gedragen, snapt niemand z’n energienota meer, en ligt onze duurzaamheidagenda in handen van multinationals en andere middenstandsbazen.


Liberalisme is leuk, maar je kunt er ook in doorschieten. Zoiets elementairs als ons gas en licht had nooit zo radicaal aan de marktwerking overgelaten mogen worden. Stel je eens voor dat we ons bosbeheer, ons basisonderwijs of ons leger gaan opsplitsen in winstmakende, onderling concurrerende bedrijven.


De politiek laat zich gijzelen door een onthutsend immorele industrie en vraagt intussen wel van huishoudens een symbolisch offer: dat ze hun gloeilampen vervangen door spaarlampen, wat amper besparing geeft, maar wel operatiekamerlicht, want die krengen zijn niet dimbaar.


De gloeilampen verdwijnen voordat er een goed alternatief is ontwikkeld, en met de stopcontacten is het andersom: die blijven langdurig vuil, terwijl alle alternatieven al lang voorhanden zijn.


vrijdag 11 juni 2010

Foetsie


En ineens is alles voorbij. Welkom in het Nederland van na 9 juni.
Het voelt zoals vroeger bij jaarwisselingen: tegen alle opgetogen verwachtingen in bleek de wereld nog precies dezelfde te zijn.


Ik schrijf deze column ruim vóór de uitslagenavond, en weet nu al dat ons eenzelfde deceptie wacht. Wie er ook won, of de peilingen nu uitkwamen of niet (de Nostradamus in mij fluistert dat Rutte op het nippertje nog onderuit gaat, en een kabinet met Fred Teeven op Justitie en Helma Neppérus op VROM ons bespaard blijft), en wie er ook achter de onderhandelingsdeuren verdwijnen, één ding is zeker: wijzelf zijn het niet.


En daar heeft niemand ons op voorbereid. Drie maanden lang hebben Cohen, Rutte, Balkenende, Pechtold, Halsema en Wilders onze huiskamers bewoond, we zijn intieme details over ze te weten gekomen die we zelfs van onze partners niet weten, we hebben ze vaker in de ogen gekeken dan welk familielid ook, we hebben Emiel Roemer opgenomen als goedmoedige, nieuw aangetrouwde neef, we hebben met ze gelachen, voor ze geklapt, tegen ze gescholden, met ze gehuild en met ze gebeden om Gods genade.


En nu: foetsie.


Ze zijn formeren. Of met reces. Van een enkeling zullen we glimpen opvangen gefilmd door Paleishekspijlen of Torentjesramen. Het zal ons gevoel slechts versterken: dat ze ons, zo snel al, keihard in de steek hebben gelaten.


Dat de oranjegekte de leegte komt opvullen kan nauwelijks een troost heten.


Tegen wil en dank ben je ook aan die hele umwelt gehecht geraakt: Felix, Frits, Ferry, Clairy, Maurice, Matthijs. Ook zij verlaten je kamer, waarin jij achterblijft, met lege flessen en oorsuizen.


Een enkeling zal nog voor de poort posten van zo’n geforceerd ruraal congrescentrum, waar degenen die we gisteren nog vertrouwden in opzichtige vrijetijdskleding naar buiten komen om niets te zeggen, voordat ze instappen bij hun chauffeurs.


Als de camera de geblindeerde ramen volgt, realiseren we ons dat Seneca gelijk had toen hij schreef dat bij weinig mensen dankbaarheid langer duurt dan het geschenk.

donderdag 20 mei 2010

Europa en de box




Zodra een kind begint te kruipen, ontdekt hij dat zijn wereld groter is dan de box. Maar ondanks die Columbiaanse ontdekkingsreizen over het parket, vindt hij het heerlijk om soms terug te keren in die kleine wereld, omringd door spijlen en bogen vol speeltjes.




Ik zie het dagelijks gebeuren, en realiseer me: die box is Nederland, mijn huiskamer Europa. Bij het idee dat ‘Brussel’ inspraak zou moeten krijgen in nationale begrotingen, riepen bijna alle partijen: inmenging in onze democratie!




Dat zou waar zijn, als Europa een monster was dat ons wil opeten. Maar uiteraard zijn wij zelf Europa, met een gedeelde geschiedenis van Middeleeuwen, Erasmus, Renaissance, Shakespeare, Barok, Voltaire, Verlichting, Van Gogh, Nietzsche en de Beatles.




Als we dat iets eerder beseften, zaten nu die PVV-malloten niet namens ons in Brussel. Dan hadden we daar sterkere invloed gehad, in de aanloop naar de periode dat Europa een echte democratische federale regering krijgt, en ons Binnenhof verschrompelt tot regionaal kantoor.






Zelf kan ik niet wachten, maar de meeste Nederlanders maakt het doodsbenauwd.




Onbegrijpelijk, want juist doordat die democratische regering er niet is, krijgen we nu van alles uit ‘Brussel’ door onze strot geduwd.




Als we iets minder ruimtevrees hadden, dan bestond die regering al tien jaar, en had Europa ingegrepen in het begroten-op-z’n-Grieks, zodat we nu die miljarden siëstasteun nog op zak hadden.




Als we inzien dat die leuke speeltjesbox die Nederland heet onderdeel is van een veel ruimere en fascinerende huiskamer, dan hoeven we niet steeds weer jongens als Ewoud Irrgang (SP) in het journaal te zien klagen over inmenging van Europa in onze democratie.




Mijn zoon van acht maanden klaagt toch ook niet over inmenging van de huiskamer in zijn vertrouwde boxrealiteit? Nou ja, heel soms nog, en dan mag hij best even terug die box in.




Maar als hij net zo oud is als Ewout Irrgang (en ik - we lagen allebei in 1976 in onze boxen) mag ik toch hopen dat zijn wereld wél groter is geworden dan z’n eigen huiskamer.




woensdag 12 mei 2010

Binnenpretje


Kiezers trekken met vreemdgaan - het kan. Nicolas Sarkozy en Silvio Berlusconi stegen alleen maar in de publieke opinie toen de media op hun huwelijksproblemen en buitenechtelijke affaires doken. Zelfs Bill Clinton wist zijn imago te reinigen met een verbluffend vakkundig mediaoptreden.


Zou Jack de Vries nu ook zoiets aan het uitdokteren zijn, nu z’n vrouw hem eruit gegooid heeft om die relatie met z’n adjudante? Zit de spindokter annex demissionair staatssecretaris nu in z’n Haagse kazerneschuurtje te repeteren op een gloedvolle tv-bekentenis bij EénVandaag?


Als ik zijn spindokter was, zou ik roepen: doe het niet, Jack!


Sarkozy en Berlusconi, ja, die profiteerden van de herkenning bij het Franse en Italiaanse volk. Ach, natuurlijk, in de liefde gebeuren zulke dingen… dat maakt ze juist menselijk. Zelfs de Amerikanen konden Clinton zijn avontuurtje vergeven. Opnieuw: door identificatie met het al te menselijke.


De enige groep aan wie je zoiets niet kunt verkopen, zijn de stugge Nederlanders. Vooral de CDA-stemmers kunnen zich voor geen nanometer identificeren met het buiten-de-deur-gecopuleer van De Vries. Gij zult niet begeren uw naasten adjudante.


Kiezers laten zich niet zozeer leiden door partijprogramma’s (daarvan moet je immers maar afwachten wat er na coalitievorming van overblijft), maar door iets ongrijpbaarders: verwantschap met iemands morele opvattingen, met ‘hoe hij in het leven staat’.


Hoewel Wouter Bos en Job Cohen identieke standpunten hebben, is alleen Cohen een stemmenmagneet. Verklaring: Bos somt altijd verbeten details en standpunten op, terwijl Cohen zich niet bekommert om de precieze cijfertjes; hij draagt een morele ideologie uit en wekt daarom vertrouwen.


Een overspelig gezinshoofd kan in CDA-kringen op evenveel vertrouwen rekenen als een kakkerlak in een koekjesfabriek. Bovendien is die blije EO-jongerenlach met geen strijkijzer van Jack de Vries’ gezicht te persen. Zelfs als hij een krans legt of een in driekleur gewikkelde kist verwelkomt, blijft die smile op z’n tronie zichtbaar. Onder de loep die tv heet, zal dat permanente binnenpretje onhandig ogen bij zijn biecht.


Alsof hij nog stilletjes nageniet van de nachten die hij betreurt.


donderdag 15 april 2010

Festivalitus


Als banken zelfs weer klassieke muziek sponsoren, dan moet de crisis wel echt voorbij zijn. SNS Reaal maakte gisteren bekend het Amsterdamse Grachtenfestival met een ‘genereuze bijdrage’ te redden van de ondergang.
Dat is fantastisch leuk nieuws voor al die wijndrinkende bootbezitters die elk jaar hun open sloepjes komen showen en heel cultureel kunnen kijken als ze een toastje camembert wegknabbelen.
Toch dompelde het bericht dat het festival zou verdwijnen me vorig jaar niet meteen in diepe rouw.
Ons culturele landschap is namelijk onderhevig aan een zware festivalitus.
We beleven kunstuitingen het liefst massaal, en gratis, of desnoods spotgoedkoop. We zien liever op de UIT-markt wat previews dan dat we een avondlang naar toneel kijken.
Liever naar de Parade dan die obscure subsidiezuigende clubjes bezoeken in hun vlakkevloertheatertjes. Liever de Nacht van de Poëzie dan één zo’n kutbundel aanschaffen. Alleen in de Museumnacht lopen we lallend langs al die geinige Van Goghjes. Kunst is decoratie.
Die festivalitus ontmaskert ons als cheap asses, die cultuur zappend consumeren, alsof we door een brochure bladeren, of in een warenhuis rondwandelen waar we niks hoeven te kopen, en voor wie voorop staat dat er bij gedronken en geouwehoerd kan worden. Dus krijgen we weer gemakkelijke meeneuriemuziek aan de Prinsengracht, vertolkt door publiekslievelingen met een nét iets cultureelverantwoorder uitstraling dan Wibi Soerjadi. Het verschil met een André Rieushow is minimaal.
En juist daarom wil SNS Reaal graag een ‘genereuze bijdrage’ lappen. Naamsbekendheid boven alles. En zo’n cultureel geëngageerd profiel is goed voor de bank. Voor kunstuitingen die zich niet direct in het festivalformat laten proppen zijn het zware tijden. Topmusici vertrekken voor een carrière in het buitenland. Het Concertgebouworkest bezuinigt.
Subsidiekranen van kleine gezelschappen sluiten. Dichters beunen bij als copywriter. Dansers trekken de broekriem aan. Geen bank die hier het mecenaat voor op zich neemt, zodat theater- en concertkaartjes steeds duurder worden, de kunst wegkwijnt en de festivalisitus doorwoekert.
Het Grachtenfestival is gered. Maar rekent iemand uit hoeveel avondvullende niet-decoratieve voorstellingen er gemaakt konden worden van die genereuze bijdrage?

donderdag 8 april 2010

spits en dal


Hier volgt een mededeling voor reizigers die zo nodig tussen zeven en negen uur ’s ochtends massaal in onze treinen willen zitten.


Wij van de NS willen de kaartjes in die spitsuren tien procent duurder maken. Elke dag merken we namelijk weer tot onze stomme verbazing dat de treinen ná negen uur bijna leeg zijn en die daarvóór propvol.


Nu zult u tegenwerpen dat wij al een spitstarief hanteren, omdat uw voordeelurenkaart alleen buiten de spits om geldig is, en dat het spreidingseffect daarvan blijkbaar minimaal is, maar dat is allemaal niet waar.


Misschien zegt u nu gniffelend tegen uw buurman dat dit net zo’n briljant plan is als die supersnelle trein die veel te duur is en daarom bijna leeg tussen Amsterdam en Brussel pendelt. Prijs de prijsbepalers van de spoorwegen, spot u smalend. Ook dat is niet waar. Want het zoutkaartje dan, riposteren wij op onze beurt. Het zoutkaartje! U met uw kortingskaart profiteerde er niet van, maar het zorgde wel voor een overweldigende verplaatsing van 5 (vijf!) procent reizigers van spits naar dal.


Of misschien herinnert u zich nog het experiment dat wij in juni 2008 hielden op het traject Haarlem-Amsterdam. Daar gaf een overweldigende meerderheid van 4 (vier!) procent van de reizigers aan ‘wel wat te voelen voor spitsmijden’.


Het spitskaartplannetje komt uit de koker van de bezuinigingswerkgroepen, maar het is heus niet onze bedoeling om geld te verdienen door u tien procent extra te laten neertellen.


Nee, dat geldt alleen voor reizigers die zo eigenwijs zijn om tussen zeven en negen te reizen. Vraag gewoon aan uw baas of u voortaan om tien of twaalf uur mag beginnen, en aan de school of ze je kinderen wat langer binnenhouden. En regel met uw partner dat zijn of haar werkgever dat ook doet. Simpel toch?


Een achterbakse lastenverzwaring voor hardwerkende, automijdende burgers? Een duwtje naar de auto?Dat is allemaal niet waar. Evenmin als dat uw trein een kwartier vertraging heeft. Hij zal namelijk over vijftien minuten binnenkomen.


maandag 29 maart 2010

donderdag 18 maart 2010

Gezocht: minister (m/v)


Column nrc.next, vandaag even als afbeelding, want ik krijg de visuele gimmick hier niet gefixt (is dat Nederlands? Kennelijk). Klik om te enlargen, zou ik zeggen.

dinsdag 16 maart 2010

Aanloopkosten


Van alle mensen die gevoelig zijn voor oplichting zijn er twee het meest vatbaar: ongeneeslijk zieken en mensen die een boek willen schrijven.


Lees verder op:
http://www.groene.nl/commentaar/2010-03-15/aanloopkosten

donderdag 11 maart 2010

Een koopje


Al die tijd dat ze minister is, heb ik nooit begrepen waarom Gerda Verburg (CDA) ervoor kiest om door het leven te gaan met twee pigmentloze haarlokken op haar hoofd. Is het een van die raadselachtige ziekten die je oploopt als je teveel op bioindustrieterreinen komt? Een milde Wildersimitatie?


Nee, in de blessuretijd van haar ministerschap ontdek ik het: afleidingstactiek. Zodra ze in beeld is, luister je niet meer. Je staart alleen nog gebiologeerd naar die behaarde varkensstaartjes. Met die bliksemafleiders kreeg Verburg er vast al menig ruimingsbesluit doorheen.



Ook nu moet ik in de krant teruglezen wat ze op tv zei, ter verdediging van de Gerda, de eenmalige glossy van haar ministerie die de oppositie in alle staten bracht, omdat die vier ton kostte. “Een koopje,” vindt Gerda, “twee kwartjes per huishouden.”


Inderdaad een koopje. Overheidsbrochures produceren kost nu eenmaal geld, veel meer dan de bladen die je in stationskiosken koopt. Toen ik net afgestudeerd was, schreef ik af en toe een freelancestukje voor het bureau dat ook voor de Gerda de ‘tekstproductie’ verzorgde, zoals voor veel overheidsorganen.


Wat pompen al die ministeries er toch oerwouden aan nieuwsbrieven, personeelsperiodieken en relatiemagazines doorheen! Steevast kreeg ik er twee tot vier keer zoveel betaald als in de ‘vrije journalistiek’.


Goed, je mag geen enkele kritische vraag stellen en drie pr-mensen mogen je ‘tekst’ na het ‘produceren’ naar hartenlust bewerken, maar als twee A4’tjes tekstproductie je maandelijkse huur betalen, verkoop je je journalistieke ziel graag een paar uurtjes aan de duivel. (Trouwens… die gekrulde hoorntjes… ik wil natuurlijk niemand demoniseren…)


Dat de hele Tweede Kamer ineens schande roept om één jubileumglossy is wel een tikje opportunistisch. Waarom nooit geklaagd over het onderliggende probleem: dat de overheid teveel geld pompt in overbodige of inefficiënte communicatie. Niets over de 12 miljoen belastinggeld voor Postbus 51, of over die stapels overheidsdrukwerk die direct in papierbakken verdwijnen.


Nee, liever een spoeddebat over de Gerda. Dan kunnen ze hun pretkraan weer opendraaien, de lijsttrekkers.


Hoeveel kost een spoeddebat de belastingbetaler eigenlijk?


donderdag 4 maart 2010

Belgische Toestanden




Dat je niet merkt dat het kabinet demissionair is, komt doordat het altijd al even missionair was als een afdruiprek. De paar wezenlijke besluiten díe zijn genomen, worden nu als ‘controversieel’ ongedaan gemaakt.


Zo zoetjes aan kunnen we dus vaststellen dat ons poldermodel z’n langste tijd gehad heeft. Aow-leeftijd, kilometerheffing, JSF: na lang polderen kwam er een consensus-grijs besluit over, en in de demissionaire periode poldert de Tweede Kamer dit weer uiteen tot gruis.Een coalitieregering kan niet anders dan compromissen maken.




Een compromis is een beslissing waar alle betrokkenen ongeveer even ontevreden mee zijn. In Balkenende IV luidde die beslissing doorgaans: dat stellen we uit.




Het poldermodel: als de één een rode deur wil, de ander een groene en de volgende een blauwe, dan verven we die deur grijs. The Dutch miracle, zo stond het ooit in de buitenwereld bekend. Bij de komende formatie zal blijken dat het enige wonderbaarlijke eraan is dat we het niet allang hebben ingeruild voor een Angelsaksisch model met een beperkt arsenaal aan smaken (Labour versus Tory, Democraten versus Republikeinen).




Wat zou het zalig zijn als onze versnipperde partijtjes opgingen in, zeg, drie of vier grote clubs, waarvan er ééntje mag gaan regeren. Niet alleen heeft zo’n robuuste regering meer slagkracht dan een bijeengepunnikte lappendeken, ook krijgt de kiezer eindelijk waar voor z’n stem. Nu moet hij maar afwachten wat er van een verkiezingsprogramma overblijft na het polderen in Beetsterzwaag. Praktischer is het om vóóraf al uit drie of vier potentiële regeringen te kiezen (waarbij, bijvoorbeeld, D66, VVD en Verdonk opgaan in de Liberalen) die allemaal een verkiezingsprogramma schrijven dat meteen als Troonrede door kan, zonder een komma te wijzigen.




Met zo’n stelsel ben je ook in één klap af van dat gelazer van wie met wie wil, wie wie uitsluit en of een bepaalde coalitie ongeloofwaardig vinden ook uitsluiten is. Helaas wil de tijdgeest het omgekeerde: versplintering troef.




In nog geen zes maanden Beetsterzwaag kun je hier een coalitie van bakken.






Ik voorzie Belgische Toestanden.




donderdag 18 februari 2010

Verloedering troef


column nrc.next vandaag


Opnieuw een speler in de vrije markt die van de overheid een looprekje krijgt: de huizenbezitter.
Kun je in Den Haag je hypotheek niet meer betalen, dan krijg je een overheidskapitaalinjectie: de gemeente betaalt de executiewaarde aan de bank, die de rest bijpast, en je kunt in je huis blijven wonen, met een overheidslening en schuldhulpverlening.
Het vangnet is mede bedoeld om huisjesmelkers een hak te zetten die de probleempanden tegen bodemprijzen wegkapen.
Zo’n verregaande ingreep in de vrije markt (die blijkbaar flink verziekt is) lijkt een leuke vondst, totdat je even stilstaat bij de praktische kant.
Wie betaalt dat mooie looprekje? Degenen die de staatskassen spekken met OZB, verontreinigingsheffing, eigenwoningforfait, waterschapsbelasting, overdrachtsbelasting en al die andere verrassingen die omhoog zullen schieten.
De huizenbezitter die zijn zaakjes wel op orde heeft, moet dus betalen voor Sjakie Flodder die dacht dat hij ook wel een huis kon kopen.
En wacht eens: we hebben toch de Nationale Hypotheek Garantie? Vier op de vijf aangekochte woningen van onder de 350.000 euro vallen onder dat waarborgfonds, waarmee de bank niets hoeft bij te passen boven de executiewaarde. Onze Sjakie heeft dus ófwel een huis boven de 350k gekocht, ófwel hij voldeed bij de hypotheekaanvraag al niet aan de NHG-normen.
Zowel de bank als Sjakie namen een onverantwoord risico. En wie schiet de gemeente te hulp? De bank en Sjakie. Een ander motief voor het Haagse plan is dat hiermee geen extra sociale huurwoningen nodig zijn. Nee, want Sjakies eigen woning wordt feitelijk gemeente-eigendom, dat Sjakie met zijn uitkering huurt van de staat. De stad verandert op die manier haar degelijke kooppanden tot sociale woningbouw.
Verloedering troef.
Want reken maar dat Sjakie zijn te dure pand slecht zal onderhouden, en dat de waarde van de omliggende huizen zal dalen. Als alle Sjakies in de huizen zouden blijven die ze kunnen betalen, zou het leven van verantwoorde huizenbezitters een stuk plezieriger zijn.
Misschien zouden dan zelfs twee volmaakt absurde belastingen – het eigenwoningforfait en de overdrachtsbelasting – eindelijk kunnen verdwijnen.

maandag 15 februari 2010

Verbaal koorddansen


Column nrc.next vorige week

Het zijn lijkenstapels die we ons onmogelijk voor kunnen stellen: 1,2 miljoen Irakese doden, 4 duizend Amerikaanse doden.

Wat betekent onze steun aan de Irakoorlog? Dat we hier medeplichtig aan zijn? Of is zo’n steunbetuiging een puur symbolische, onschuldige daad?


Zulke vragen had ik graag door de regering beantwoord gezien. Ook voor mijn eigen zielenheil, want of ik het wil of niet: die steun is ook namens mij gegeven.


J.M. Coetzee schrijft over de Irakoorlog in Dagboek van een slecht jaar (2007): ‘Gewetensvolle Amerikanen maar ook individuele westerlingen [moeten] manieren bedenken om hun eer te redden (…) niet met vuile handen voor de rechtbank van de geschiedenis te hoeven verschijnen.’



De poging van het kabinet om de eigen eer te redden bleek louter talig van aard te zijn. Wekenlang is er onderhandeld, om uiteindelijk met een tekst te komen die door de PvdA als ‘ruiterlijke erkenning van fouten’ kan worden gelezen en door het CDA als bevestiging dat ze niets fout hebben gedaan.


Voor zo’n tekst moet je uitwijken naar neutrale woorden: ‘Het kabinet accepteert de beschrijving van de feitelijke gang van zaken’. Accepteren is iets anders dan ermee instemmen of het erkennen. Je kunt makkelijk iets accepteren zonder het ermee eens te zijn.


Of: het kabinet meent ‘dat het beter was geweest wanneer de communicatie met de Kamer meer inzicht had geboden’


Beter. Wil dat zeggen: het was al goed, het kon alleen iets beter? Het is dezelfde acrobatische figuur als het ‘adequater volkenrechtelijk mandaat’ dat nodig was. Was het dan al adequaat? Er bestaat toch ook geen ‘voldoendeër’?


De fundamentele tegenstellingen in het kabinet dwingen steeds weer tot dit soort verbale koorddanserij. We investeren in JSF-testtoestellen maar kopen ze niet.


Er zal een moment komen dat de elasticiteit van de taal niet meer toereikend is om de afstanden te overbruggen. Is het niet met het besluit over Afghanistan, dan zal het bij de bezuinigingen zijn.


Zulke constructies dienen geen ander doel dan de scheur in de coalitie dicht te plamuren. Het eigen imago is dus belangrijker dan de zorg en de verantwoordelijkheid voor de buitenwereld, voor onze eer en voor onze vuile handen. Dat maakt een onaangenaam arrogante indruk.


Nee, dat moet allemaal veel adequater.


woensdag 10 februari 2010

maandag 1 februari 2010

NRC voorpagina


Kijk eens aan, sta ik ook eens op de voorpagina van het NRC Handelsblad.

Click to enlarge.


maandag 25 januari 2010

Longlist Libris


DE 18:Abdelkader BenaliDe stem van mijn moederArbeiderspersFleur Bourgonje VerdwijnpuntArbeiderspersDésanne van Brederode Door mijn schuldQueridoWalter van den BroeckTerug naar WaldenMeulenhoff/ManteauBernard DewulfKleine dagenAtlasMensje van KeulenEen goed verhaalAtlasMarie KesselsRuwDe Bezige BijHerman KochHet dinerAnthosLanoyeSprakeloosPrometheusEdzard MikGoede tijdenDe Bezige BijNelleke NoordervlietZonder noorden komt niemand thuisAugustusCees Nooteboom‘s Nachts komen de vossenDe Bezige BijThomas RosenboomZoete mondQueridoToon TellegenHet vertrek van de mierQueridoPeter TerrinDe bewakerArbeiderspersAnnelies VerbekeVissen reddenDe GeusThomas VerbogtVerdwenen tijdNieuw AmsterdamChristiaan WeijtsDe etaleurArbeiderspers


zaterdag 23 januari 2010

OBA Live

Onno Blom tegen Theodor Holman over De Etaleur:
Terugluisteren (en tevens kijken) via het archief:
http://www.obalive.nl/archief.aspx

vrijdag 8 januari 2010

NRC zegt: beste werk tot nu toe


Vanmiddag een mooie en uitgebreide bespreking van De etaleur in NRC Handelsblad, dat deze 'dansnovelle' uitroept tot mijn beste werk tot nu toe.

"Een feilloze ode aan de dans" "Fenomenaal", "omvattend meesterstuk", "choreografie van de menselijke geest."

Zulke kwalificaties verzachten de winterkoude vorstelijk.


Update 9/1/10: Vanmorgen ook nrc-boekenchef Pieter Steinz bij Radio 1 met een bespreking.