donderdag 27 augustus 2009

Mot

Tijdens een racefietstochtje pauzeer ik maandagmiddag even bij Jan Patat, aan het strand bij Hoek van Holland.
“Dan denk ik: dat had míjn kind kennen wezen!” Verderop hoor ik een groepje vrouwen in gesprek, op zo’n toon van verontwaardigde solidariteit. “Als ‘t zo mot, dan hoeft ’t van mijn niet meer, ja toch?” De dames knikken.

Het lijken inderdaad wijze, ware woorden. Na 9/11 waren massa-evenementen nog soft targets voor Al Qaida. Nu zijn ze ook Eldorado’s voor griepvirussen en plaats delict voor hooligans. Alleen met mondkapjes en kogelvesten kun je ze nog bezoeken. Je kunt je tienerdochter nog beter in haar eentje rond de wereld laten zeilen dan haar in dit land naar een festival laten gaan.

Nu heb ik massabijeenkomsten, uit welke hoek dan ook, altijd al fabelachtig weerzinwekkend gevonden, maar dat neemt niet weg dat iedereen z’n eigen pleziertjes moeten kunnen beleven. Curieus aan de zaak-Hoek van Holland is dat 1) de politie op de hoogte was van de komst van de hooligans; 2) er uit ‘bezuinigingsoverwegingen’ geen ME maar politie in burger zou zijn ingezet; 3) er hoegenaamd geen toegangscontrole was; 4) de ongenode gasten ‘geen onbekenden’ van de politie waren. Voeg daar aan toe dat 5) het onderzoek dusdanig vastzit dat ze bij Opsporing verzocht oproepen om amateurfilmpjes naar de recherche te sturen, en je vraagt je af waarom ons politiecorps zo incapabel is.

Ik bedoel, als ze een groep van twee, drie ontspoorde schoolklassen niet eens meer aankunnen, hoe moet dat dan als straks de baardmannen van Al Qaida en Taliban daadwerkelijk met hun bomgordels op ons festivalterrein verschijnen?

Net als bij Koninginnedag luidt het argument dat we van onze gezellige feestjes geen ‘forten’ moeten maken (“Als ’t zo mot…”). Maar waarom eigenlijk niet? We leven nu eenmaal niet meer in de tijd van klompendansen op dorpspleinen.

Risicoanalyses, preventieve acties en fortificaties moeten voortaan onlosmakelijk aan massa-evenementen voorafgaan. Binnen de muren kan iedereen dan onbekommerd z’n pleziertje beleven.

Als ’t zo mot, dan mot ’t maar zo.

donderdag 20 augustus 2009

Spookstudenten


[Column nrc.next vandaag]



Het handige van een crisis is dat je haar van alles de schuld kan geven. Parkeerproblemen in de binnenstad? Vertraagde treinen? Atmosferische storingen? Tja, de crisis, hè…


Zo komt ook de explosieve stijging van het aantal eerstejaars studenten - het worden er een kwart méér dan vorig jaar! - reflexmatig op conto van de crunch.


Ik vraag me af hoe realistisch het is, dat zo’n achttienjarige schoolverlater denkt: nou, gezien de huidige arbeidsmarktconjunctuur doe ik er verstandig aan om het hogerop te zoeken. Ook de nieuwe Wet Inkomen Jongeren (werk- of studieplicht voor 23 tot 27-jarigen) verklaart de toename niet. Bij uitkeringsinstantie UWV hebben ze er in elk geval niets van gemerkt.


Een veel aannemelijkere verklaring is het nieuwe inschrijfsysteem ‘Studielink’. Hiermee kan iedere schoolverlater zich met een paar muisklikken inschrijven, en dan nog wel voor twee, drie, vier studies tegelijkertijd. En welke hij straks daadwerkelijk gaat volgen - áls hij al komt opdraven - dat ziet hij dan wel weer.


Zo is de Universiteit van Amsterdam virtueel maar liefst 45 procent gegroeid. Wat dat zegt? Vooral dat Amsterdam bij veel schoolverlaters tweede keus is.


Studielink, in het leven geroepen om het studenten gemakkelijker te maken, zorgt voor een tsunami van spookstudenten.


Als je slecht van ze wil denken, dan kun je er een doortrapt complot achter zien van de gezamenlijke hoger onderwijsinstellingen. Nu hebben ze immers een reden om op crisistoon om een kapitaalinjectie te roepen.


Denk je minder slecht van ze, dan is het onhandigheid. Studielink is bedacht om het studenten gemakkelijk te maken en bureaucratie te verminderen. Maar dankzij Studielink opent het komend academisch jaar met een administratieve puinhoop. Roosters die toegesneden zijn op grote groepen moeten worden aangepast, aangetrokken docenten moeten opnieuw ingedeeld of naar huis gestuurd worden, aangeschafte materialen kunnen retour en overspannen docenten vliegen elkaar in de haren.


Ik voorzie, kortom, een hoop gefuck.


Ergens dit jaar zal een evaluatiecommissie van de IBG een rapportage maken met als strekking: ‘Studielink geeft een hoop gefuck. Laten we teruggaan naar het oude inschrijfsysteem.’


donderdag 13 augustus 2009

Geen oordeel


[Column nrc.next vandaag]


Zoals er eens een anti-maffiaconcert is gehouden in het Siciliaanse maffiabolwerk Corleone, zo koos het World Congress of Families deze week voor Amsterdam als locatie.


Amsterdam: het Sodom en Gomorra van onze tijd, synoniem voor alles waar de oerconservatieve groeperingen van dit congres van gruwen: homoseksualiteit, abortus, euthanasie.


Minister Rouvoet (CU, Jeugd en Gezin) hield het openingspraatje. Vol spanning volgde ik de live stream. Ging hij onze Nederlandse waarden verdedigen en dus de congresgangers provoceren? Of die juist paaien en zo impliciet de eigen regeringsstandpunten schofferen?


Het werd een derde weg: een volkomen onnozel, nietszeggend en obligaat welkomstwoordje. Om het nog saaier te maken verklaarde Rouvoets woordvoerder nadien dat “uit het feit dat de minister een welkomstwoord via een videoboodschap doet, er geen oordeel kan worden afgeleid over de uiteenlopende opvattingen van de deelnemers”.


Dat is vreemd.


Stel dat de woordvoerder van minister Plasterk dat gezegd zou hebben na de Gay Pride. ‘Hij was daar, maar dat zegt niks.’

Natuurlijk zegt dat wel iets. Aanwezigheid betekent voor een bewindspersoon haast automatisch instemming. En in Plasterks geval klopte dat: de doelstellingen van de botenparade strookte precies met het kabinetsbeleid.


Het Familiecongres staat echter volledig haaks op dat beleid. Een bewindspersoon die zo’n evenement opent, zal daar iets mee moeten. Nu blijft de indruk hangen dat Rouvoet het als christen wel eens is met de congressprekers, maar dat als minister niet kan zeggen. Rouvoet is de belichaming van de Nederlandse paradox: hoe een overwegend christelijk kabinet een liberaal land kan regeren.


Voor alle zekerheid heeft Rouvoet wel afstand genomen van het standpunt van spreekster Anna Zaborska, die ooit beweerde dat aids Gods wraak was op homo’s. Dat maakt alles ineens veel verwarrender. Rouvoets aanwezigheid betekende toch al “geen oordeel” over de “opvattingen van de deelnemers”?


Moeten we nu begrijpen dat hij alleen over de meest extreme opvattingen “geen oordeel” heeft? Over de andere opvattingen - over abortus, homohuwelijken, euthanasie - heeft hij blijkbaar wel een oordeel, maar stiekem, stilzwijgend.


vrijdag 7 augustus 2009

Verlengen

[Column nrc.next]

“Ik zie trouwens dat je paspoort in december verloopt.” De lokettiste van mijn stadsdeelkantoor is bijzonder alert. Als ze me het document teruggeeft, zegt ze: “Als je vóór september verlengt, kan dat nog zonder vingerafdrukken.”

“Dat is waar ook,” reageer ik. “Wat raadt u aan? Met of zonder vingerafdrukken?”

“Daar kan ik natuurlijk niets over zeggen. Ik zeg alleen dat áls je na september komt verlengen…” Even blikt ze me veelbetekenend, samenzweerderig aan.

“Ik begrijp u…” zeg ik zachtjes.

Maar pas buiten, op de fiets, dringt de subtekst tot me door. Zo moet dat in de tijden van de Stasi zijn gegaan. Ssjt, niks zeggen! Handgebaar: we worden afgeluisterd.

Natuurlijk heeft de lokettiste (wier identiteit ik zoveel mogelijk zal verhullen) gelijk.

Eigenlijk wilde ze zeggen: “Zorg dat je vingerafdrukken buiten je paspoort blijven! Hirsch Ballin gaat die dingen in een database stoppen om criminelen op te sporen.”

In gedachten antwoord ik: “Pardon juffrouw, maar u ziet mij toch niet aan voor een crimineel? Me dunkt dat ik niets te duchten heb van deze legitimatienoviteit.”

“Daar gaat het helemaal niet om, gekkie. Met die vingerafdrukken kan van alles mis gaan. Als hier straks vijf gasten met bivakmutsen binnenkomen, dan staan jouw vingerafdrukken ook op de toonbank en ben jij mooi de Sjaak. Weet je nog dat ze bij Appie Heijn experimenteerden met betalen met je vingerafdruk? Was in no time gekraakt. Bovendien is Hirsch Ballin vorige maand door het mensenrechtencomité van de VN hierover op de vingers getikt. Zo’n database mág helemaal niet! Maar Hirsch Ballin, die zou het liefst van iedereen bij de geboorte DNA afnemen.”

“Kom, kom, jongedame, overdrijft u nu niet lichtelijk?”

“Echt niet. Gást… ik zwéér je. Dat VN-comité, dat heeft Hirsch Ballin vette billenkoek gegeven. Ook omdat hij internationaal koploper is in het plaatsen van telefoontaps. Elke dag worden hier 1700 gesprekken afgeluisterd. Dat verzín je toch niet? Dat is toch George Orwell voorbíj? Nee, ik zeg niks. Ik zeg alleen dat áls je na september komt verlengen…”

zondag 2 augustus 2009

€'s en het eBook

[column De Groene Amsterdammer]
Iedere zomer, bij het inpakken van koffers, schiet de gedachte aan het eBook weer even door m’n hoofd. Het eigentijdse deel van mijn brein juicht het toe: niet meer na wikken en wegen dat ene dikke boek mee in de bagage, maar domweg een paar honderd boeken mee, in een apparaatje van amper twee ons.
Direct daarop breekt er massaal protest uit in een andere, conservatieve hersenhelft, die papier wil ruiken, bladzijden wil omslaan en er eerlijk gezegd al zwaar de pest over in heeft dat boeken niet meer handmatig met losse loden letters worden gezet, en dat je nergens meer fatsoenlijk folianten kunt opensnijden.
Kennelijk overheerst die hersenhelft bij de meeste lezers, want het eBook is - tien jaar wedijver ten spijt - geen succes. Sterker nog: het tijdschrift Computerworld zette onlangs de eenentwintig grootste technologische mislukkingen op een rij. Het eBook was nummer vijf.
Niettemin kreeg ik rond diezelfde tijd van mijn uitgever een aanvulling op bestaande contracten toegestuurd, met een afspraak over de royaltyverdeling voor eBooks. Eerder al waren er uitnodigingen geweest voor informatiebijeenkomsten over het eBook. Zoals er buurtbijeenkomsten worden georganiseerd als ergens een enge pedofiel is opgepakt.
Achter de schermen worden de geesten kennelijk rijp gemaakt voor een nieuwe gooi naar de elektronisering van het boek, en beginnen de kampen van belanghebbenden zich af te tekenen en te organiseren.
Want één ding is zeker: als straks het eBook ineens wél aanslaat, dan zal er iemand zijn die daar een verschrikkelijke smak geld aan gaat verdienen. En het klinkt heel vreemd, maar ik heb zo’n voorgevoel dat die iemand níet de schrijver is - daarvoor hoef ik niet eens op dat royalty-addendumpje te kijken.
De Nederlandse belanghebbenden van de eBookmarkt gedragen zich momenteel een beetje als wielrenners in een peloton op dertig kilometer van de finish. Zonder dat het voor de argeloze kijker zichtbaar is, heerst er onrust.
De geoefende commentator ziet ze zenuwachtig worden, de verschillende ploegen. Is het verstandig om nu al te demarreren? De renners van bol.com zijn zich al smoezend aan het klaarmaken voor een ontsnapping. Intussen blijven de uitgevers dicht bij ze in het wiel. Ook in de ploeg van de softwarejongens is er onrust. iPhone en andere mobiele telefoniebedrijven komen iets naar voren vanuit de flanken.
En de schrijvers? De schrijvers sukkelen ergens helemaal achteraan, op een paar minuten afstand van het peloton. Vanouds zijn zij in het boekenbedrijf de figuren die onderaan de piramide bungelen: de ‘auteurs’, zoals ze intern worden genoemd, dat overbodige volkje dat ook zonodig een paar procentjes van de opbrengst in de boekenindustrie moet wegpakken.
Kijk maar eens rond op een literaire prijsuitreiking of een boekenbal, en je zult versteld staan van de hoeveelheid mensen die hun salarissen aan de literatuur te danken hebben, zonder ook maar een letter te hoeven schrijven.
Het handjevol schrijvers staat er wat bedremmeld bij. Ze zijn de grondstofleveranciers van een industrietak die ze nauwelijks doorgronden, mijnwerkers die even met een drankje in de hand mogen meeborrelen, en geacht worden om dadelijk wel weer af te dalen in de schacht en met wat moois boven te komen.
Maar goed, dat is opnieuw mijn mopperende hersenhelft. Laten we, nu het toch zomer is, eens naar de zonzijde van het eBook kijken. Want alle argumenten die ik er tegen bedenk, zijn van dezelfde orde als die ik jaren terug in stelling bracht tegen de mp3-speler, de mobiele telefoon en de TomTom, apparaten die ik nu dagelijks en dankbaar gebruik.
Laten we reëel zijn: honderden, duizenden boeken, altijd binnen handbereik, efficiënt doorzoekbaar, in een schermpje dat steeds minder van echt papier is te onderscheiden - binnen één of twee generaties zal hier toch zeker wel de nostalgische fetisj van drukinktgeur en doorzakkende boekenplanken voor opzij zijn gezet?
Bovendien is er een ethisch argument: geen oerwoudkap meer voor bestsellerproductie. Daarnaast is er, en dat is het allerbelangrijkste, een gigantisch humanitair argument voor eReaders en eBooks. Al die boekbinders, drukkers, papierleveranciers, boekhandelaren, pandjesbazen, magazijnmedewerkers, distributiecentra, vrachtwagenchauffeurs, zetters, brandstofleveranciers en noem ze allemaal maar op, die zijn ineens allemaal onnodig geworden. Op die manier blijft er een hoger percentage over voor de mensen die daadwerkelijk aan het boek hebben gewerkt.
Schrijvers kunnen zelfs een collectief gaan vormen, dat op eigen gelegenheid redactie- en promotiekrachten inhuurt. Los van welke (internet)boekhandel dan ook kunnen ze hun werk on line te koop aanbieden, beduidend goedkoper dan in de winkel, op de eigen homepage. Op die manier kunnen ze, nadat ze het handjevol secundaire medewerkers een royalty van een paar procent hebben gegeven, het volle pond van de verkoopprijs ontvangen.
Schrijver blij, lezer blij. En de rest van de wereld? Heel simpel: die bestaat niet meer, en zo hoort het ook, zeker in de zomer.

Up or Out

Hoeveel kosten de allochtonen ons?

Het Kamervragenbombardement waarmee de PVV vorige week de zomerrust wilde verstoren, lijkt op het zoveelste buitenissige plaagstootje van de populisten, maar past in feite precies in een visie op de samenleving waarin zij beslist niet alleen staan.

Steeds meer politici beschouwen de samenleving namelijk als een bedrijf, waarop een simpele kosten-batenanalyse gemaakt kan worden. Termen als ‘opbrengst’, ‘groei’ of ‘investering’, oorspronkelijk afkomstig uit de middenstandswereld, zijn ongemerkt in andere terreinen ingeslopen, van menselijke relaties (‘wat hebben wij elkaar nog te bieden?’, ‘investeer ook eens in mij!’) tot aan de politiek (‘wat kost de allochtoon?’).

Voor partijen die bestaan uit omhooggevallen makelaars, directeurtjes en sjacheraars is dat natuurlijk niet vreemd. Hun breinen hebben al vanaf de geboorte de structuur van een boekhoudtabel.

Kwalijker is dat het economische sjabloon op de wereld steeds dominanter is geworden. Die vermiddenstandisering op alle fronten heeft als onvermijdelijk gevolg dat de waarde van een mens voortaan te berekenen is aan de hand van een handjevol simpele parameters als jaarsalaris, werkuren, uitgaven en vermogen.

Dat is niet altijd zo geweest.
In het niet-eens-zo-gek-verre verleden bestonden er ethische waarden (‘rechtvaardigheid’), affectieve (‘genegenheid’), intellectuele (‘kennis’) en zelfs esthetische waarden (‘schoonheid’).

Helemaal verdwenen zijn die niet. Wel zijn ondergeschikt geraakt aan het middenstandsmodel en de middenstandersmentaliteit.

Zo ging het bij het JSF-debat alleen over de kosten en de werkgelegenheid, niet over de ethische kant. Zo investeert Nederland relatief het minste van heel Europa in wetenschappelijk onderzoek, waarvan de ‘opbrengsten’ immers niet altijd onmiddellijk meetbaar zijn.

Zo draait het publieke debat vaak rond de vraag wat iemand mag verdienen. Als enige land ter wereld hebben wij daar een norm voor die vernoemd is naar (en gebaseerd is op het jaarsalaris van) de premier.

Zo worden overheids- en bedrijfsgebouwen steeds lelijker, omdat functionaliteit boven esthetiek heerst. Zo is Nederland ongemerkt veranderd in één groot bedrijf met bazen en managers die hun rekensommetjes maken aan hun Haagse bureau’s en aan hun medewerkers/burgers een mailing sturen: in dit land is het up or out!

Elitaire proleten

Weet u nog dat onze premier in een open brief aan Harry Mulisch klaagde dat ‘intellectuelen, schrijvers en kunstenaars’ zich niet lieten horen in het publieke debat?
Dat was in 2006. Wilders had in de peilingen één zeteltje.
Veel heeft het niet geholpen, want drie jaar later is Wilders de grootste.

Allemaal de schuld van Harry Mulisch.

Of nou ja, van ‘de intellectuelen’. Zo denkt in elk geval ook minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA) erover.

Ze vertelde tegen Vrij Nederland ernaar te snakken dat ‘de intellectuele elite van Nederland in opstand komt’, tegen ‘de vergroving’ en ‘extreem rechts’. What the fuck, zal menig elitaire intellectueel gedacht hebben.

Op een enkeling na hebben alle krantencolumnisten in Nederland toch academische titels? En op Afshin Ellian na hebben ze toch allemaal al eens op Wilders gepoept?

En what the fuck? Minister Plasterk (OCW, PvdA) noemde zijn partij toch juist ‘te elitair’? Duivels PvdA-dilemma: neig je teveel naar de intellectuelen, dan raak je de arbeiders kwijt. En andersom, want de intellectueel minacht de ‘proleet’. Die op zijn beurt weer de ‘buitenlander’ minacht.
En andersom.

Wie in de verzameling van elkaar minachtende ketens die ‘samenleving’ heet een politieke stroming wil bouwen die aan allen gelijktijdig onderdak geeft, moet beschikken over Messiaanse, Obamaiaans verenigende gaven.

Totdat die zich bij Mariëtte Hamer en Guusje ter Horst openbaren, zal de PvdA moeten kiezen of verzuipen. Wilders kiest bijvoorbeeld voor een smalle, zij het talrijke achterban - tegen de intellectuelen, tegen de buitenlanders – en is daarmee de enige echte partij van de (autochtone) arbeiders. Moet de elite daartegen in opstand komen? Nogmaals in de kranten schrijven wat een domme proleten het zijn?
Dat zal ze alleen maar sterken in hun minachting voor ‘interlektuweluh’.

Ter Horst oproep aan de elite is even gratuit als Plasterks roep om meer marktkooplui. Hun tweezang symboliseert precies hun partijprobleem. Je kunt niet gelijktijdig elite en arbeider behagen; elitaire proleten bestaan niet. Juist door voor beiden de deuren wijd open te zetten, zijn ze door verschillende deuren gillend ontsnapt.