donderdag 29 januari 2009

Tussen corrupt en poep


Het Gerechtshof in Den Haag veroordeelde vorige week een winkelier die een T-shirt verkocht met het politielogo erop met daaronder het woord: ‘corrupt’. Belediging van het openbaar gezag.


Opmerkelijk in het vonnis is de volgende zin: ‘[Het Hof] gelast de teruggave aan de verdachte van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven T-shirts met de term "poep" en het gespiegelde politielogo.’ Die waren kennelijk niet beledigend.


Als VVD’er Mark Rutte zijn wetsvoorstel erdoor krijgt om de vrijheid van meningsuiting ongelimiteerd te maken (behalve oproepen tot geweld), dan wordt in elk geval de dunne scheidslijn tussen corruptie en poep opgeheven, en kun je beide T-shirts straffeloos dragen.


In dezelfde categorie: waarom wordt Geert Wilders wél vervolgd als hij de Koran met Mein Kampf associeert, maar is het destijds nooit tot een vervolging gekomen van linkse-kerk-leden (zoals Marcel van Dam) die Pim Fortuyn met Adolf Hitler associeerden? (Om nog maar te zwijgen van de inconsequente moraal van advocaat Gerard Spong, die zowel aangifte deed tegen Wilders áls tegen Van Dam cum sui. Gaat Spong nu ook aangifte doen tegen de mensen die Wilders een fascist noemden?)



Het antwoord vinden we in artikel 137d van het Wetboek van Strafrecht: ‘Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar.’


De motivering is dat het bij Fortuyn ging om een politieke overtuiging, en die komt niet in het rijtje van 137d voor. Maar is de scheidslijn tussen politieke overtuigingen en levensovertuigingen niet even dun als die tussen ‘corrupt’ en ‘poep’?


Aan Ruttes voorstel mogen dan bezwaren kleven (zo is er een gevaar dat hij de deur openzet naar discriminatie), het is wel een goede voorzet tot een grondig debat over artikel 137. Want zoals het nu geregeld is, leidt het artikel tot een onaanvaardbare rechtsongelijkheid.


dinsdag 27 januari 2009

Essay Faust


Voor wie er niet bij was op Wintertuin: het programmaboekje met daarin een essay van mijn hand over Faustmomenten en de schrijverij staat on line. (Even doorbladeren naar achterin). Onthullend! Het essay bevat ook waargebeurde feiten rond het proces van Art. 285b.

donderdag 22 januari 2009

JP's Waterloo


Inmiddels is Jan Peter Balkenende zo’n beetje de enige Nederlander die géén onderzoek naar de steun voor de inval in Irak wil.

Zoals iemand die na een misdrijf halsstarrig weigert zich aan het grootschalige dna-onderzoek in de omgeving te onderwerpen, zo is de premier nu pijnlijk verdacht. En zoals dat gaat met zwijgende weigeraars: ze genereren een wildgroei aan gissingen, geruchten, gestaafd met halve feiten en verwarrende bewijzen.

Rond het zwijgen van de premier zijn inmiddels aangekoekt: een geheime nota (van adviseurs die twijfelen aan de volkenrechtelijke basis), een brief aan een burger (waarin de premier de massavernietingswapens als causus belli opvoert) en het radioprogramma Argos dat claimt dat Nederland zelfs militaire steun verleende (commando’s en verkennende F16’s).

Als dat allemaal waar is, is het heel ernstig. Dan was Nederland fout in de oorlog. Alleen al alle mist die er nu omheen hangt, maakt het onderzoek absoluut noodzakelijk. Waarom verdween het Irakonderzoek ook al weer van tafel? Omdat Balkenende in de coalitieonderhandelingen met de PvdA zijn poot stijf hield: als tolgeld tot de coalitie moest Wouter Bos (PvdA) het Irakonderzoek laten schieten. Toenmalig formateur Herman Wijffels (nota bene van CDA-huize) wil nu zelfs dat het onderzoek er komt.

Balkenende houdt zijn poot nog altijd even stijf. Daarmee lijkt hij op iemand die nog steeds geen dna wil afstaan, terwijl er getuigenverklaringen opduiken, wapens in zijn tuinhuisje gevonden worden en er drommen mensen voor zijn hek samenkomen met pek en veren. Balkenende blijft onvermurwbaar. “Ik heb er kennis van genomen,” zegt hij met verkrampte glimlach. Waarom zoveel halsstarrigheid? Alleen zo’n onderzoek kan Balkenendes geloofwaardigheid redden.

Of juist breken.

Van dat laatste heeft het nu alle schijn. Zal Irak dan JP’s Waterloo worden? Wel sneu dat Bush hem dan zo snel vergeten is na al zijn diensten. Op een bijeenkomst met wereldleiders wist Bush niet eens meer wie hij was (‘Mister Balkenende returned to… ehm… his country.’) En in zijn rondje afscheidstelefoontjes belde Bush met de leiders van Denemarken, Italië, Rusland, Georgië…

Alleen in huize Balkenende bleef de telefoon doodstil.

maandag 19 januari 2009

interview in De Posthoorn


De interviewster maakte deze foto tegenover het Binnenhof. Nu pas vraag ik me af waarom de Friese vlag uithing. Waarschijnlijk om het schaatsgevoel te versterken; als je goed kijkt zie je dat er nog wat ijs ligt op de Hofvijver.

zondag 18 januari 2009

Acrobatiek


[Column in De Groene Amsterdammer]


The Times Literary Supplement koop ik om de een of andere reden altijd alleen in het buitenland. Waarschijnlijk omdat het zo’n mooi attribuut is voor de kosmopolitische reizigersromantiek. Alleen al de aankoop ervan - ’s ochtends bij een kioskverkoper die tussen kranten- en bladenwanden zit ingemetseld - maakt dat je je een man of letters waant. En zit je even later aan een cafétafel met het uithangbord TLS duidelijk zichtbaar voor personeel en passanten, dan voel je je de rest van de dag een onzichtbaar gekroonde.



Dat is natuurlijk kinderachtig, snobistisch en mogelijk zelfs een tikkeltje aanstellerig, maar aan de andere kant: ik doe er vrijwel niemand kwaad mee. Bovendien zet het blad je aan het denken. Tientallen diepgravende boekbesprekingen van duizenden woorden per stuk, waar je dagen zoet mee bent, geschreven door bepaald niet de minsten, en dat op wekelijkse basis: waarom hebben we in Nederland zoiets niet?



Lange boekbesprekingen raken hier uit de mode. Bij Vrij Nederland is de Republiek der Letteren sterk geminimaliseerd. De boekenbijlage van NRC Handelsblad heeft na een restyling veel besprekingen van slechts vierhonderd woorden. En bij zijn aantreden als nieuwe hoofdredacteur van HP/deTijd mopperde Jan Dijkgraaf: ‘Het blad doet heel veel aan literatuur, elke week weer vele pagina’s. Waarom dat niet wat minder en eens per kwartaal een literatuurspecial? Dan levert het nog wat op.’



Sommige literaire tijdschriften proberen in het ontstane gat te springen. Zo mocht ik onlangs in De Revisor maar liefst vijfentwintighonderd woorden schrijven over de nieuwste Philip Roth. Desondanks zie je nog niemand kinderlijk content met De Revisor als snobistisch attribuut in het café zitten.



‘Kasplantjes’ noemde Vrij Nederland de literaire tijdschriften vorige week, en portretteerde er een aantal, wat het beeld opleverde van het literaire tijdschrift als clubblad van aimabele (wo)men of letters die maandelijks bijeenkomen om te drinken en te dineren. De oplagen komen niet boven de duizend exemplaren.



Toen ik studeerde werd de indruk gewekt dat bladen als Forum, Tirade, De Gids en De Revisor de zenuwcentra van ons literaire leven waren, met fameuze vetes, over elkaar heen buitelende stromingen en polemieken met de impact van aardbevingen. Dat beeld is óf zwaar vertekend óf totaal passé. Of allebei natuurlijk.



In elk geval hangen ze nu aan het infuus van subsidie en liefdewerk oud papier. Een aantal liet het loodje, de rest strijdt met de nobele bravoure van de gemarginaliseerde tegen de tirannie van de massaliteit.



Dat brengt mij op het volgende proefballonnetje. Als die bladen elkaar toch niet meer polemisch in de haren vliegen, grotendeels bij uiteindelijk dezelfde uitgeversgroep zijn ondergebracht, allemaal bezig zijn aan hun langgerekte zwanenzang, allemaal in dezelfde lezersvijver vissen, allemaal dezelfde verdieping nastreven, namelijk díe verdieping die nu in dag- en weekbladland ernstig onder druk staat, zou het dan niet te overwegen zijn om de literaire tijdschriften samen te laten gaan?


Ik zie een wekelijkse of tweewekelijkse stevige tabloid voor me, met tientallen stukken van duizenden woorden, van de hand van bepaald niet de minsten, met diepgravende besprekingen, proza, poëzie en essays.


Ik begrijp ook wel dat dit gevaarlijk is. Hoewel ik de bescheiden hoffelijkheid die schrijvers eigen is daarmee misschien geweld aan doe, is het theoretisch denkbaar dat bepaalde (wo)men of letters niet graag samen in één ruimte bivakkeren, laat staan in één tijdschrift. Dat vereist dus wat acrobatiek in de redactionele samenstelling. Die zou je bijvoorbeeld roulerend kunnen inrichten.


En bovendien bieden eventuele jalousie de métier, egostrijd en de laatste restjes kongsivorming juist een uitgelezen kans om zo’n blad spraakmakend te laten zijn, polemieken te genereren met de impact van aardbevingen. Toekomstige studenten zullen leren hoe dit blad het zenuwcentrum van ons literaire leven werd.


De kunst is om er een blad van te maken waarvan je het als boekenlezer, literatuurliefhebber en schrijver-in-spe (alleen die laatste populatie heeft al een omvang van een miljoen) niet kunt permitteren er niet af en toe mee gezien te worden in het café. Ik bedoel: dan levert het nog wat op.

Alleen al de aankoop ervan maakt dat je je een (wo)man of letters waant.

vrijdag 16 januari 2009

Arme Eimert


Omdat ik gehoord had dat Defensieminister Eimert van Middelkoop (CU) een flinke smak op het ijs had gemaakt, schakelde ik dinsdag live naar het vragenuurtje. Het zag er akelig uit: flinke jaap op z’n wang, rechterarm in mitella.
Het bleek nog maar het begin van een diepere val, die mij inmiddels onvermijdelijk lijkt.
De Tweede Kamer confronteerde hem met zijn uitspraken in De Telegraaf: “De nieuwe Amerikaanse president Obama kan me tien keer bellen, maar onze missie in Oeroezgan stopt augustus 2010. We gaan ook niet naar een ander gebied.”
Maar volgens premier Balkenende en Buitenlandminister Verhagen zal een telefoontje van Obama weldegelijk een nieuw ‘weegmoment’ zijn. Fout één: zondigen tegen het principe dat het kabinet met één mond spreekt.
In het vragenuur zette hij dit recht: hij had “geen interview gegeven, laat staan geautoriseerd.” Een verbijsterend antwoord, waarop VVD’er Arend-Jan Boekenstijn terecht vroeg: waarom heeft hij dat niet meteen rechtgezet? De minister had nog overwogen “een ingezonden brieven te schrijven”, maar was blij dat hij dit in de Kamer kon rechtzetten.
’s Avonds bleek dat hij gelogen had: het interview was weldegelijk door Defensie geaccordeerd. Fout twee: zondigen tegen de vertrouwensregel, en de Kamer voorliegen. Zijn dilemma was duidelijk: óf fout één toegeven, óf de interviewuitspraken terugnemen. Een keuze tussen gezichtsverlies en gezichtsverlies, zeker na al zijn eerdere mediablunders. Dus koos hij voor de leugen.
Toen kwam fout drie.
Hij verklaarde zich “per ongeluk” vergist te hebben. Per ongeluk? Minstens vijf keer ontkende hij het interview in krachtige bewoording. Hij fingeerde er zelfs een verhaal omheen over een voorgenomen ingezonden brief. Allemaal per ongeluk. Eimert van Middelkoop is als de pseudologia phantasticapatiënt die de ene leugen met een volgende probeert te bedekken en zo verstrikt raakt in een web zonder uitweg.
Glad ijs, scheve schaats: door de mitella laat hij zelfs geen ruimte voor originele grappen over zijn gestuntel.
Arme Eimert. Wil het kabinet nog geloofwaardig zijn, dan zal hij moeten aftreden, nog vóór hij één telefoontje van Obama kan krijgen.

zaterdag 10 januari 2009

Homerus, Dante, Vondel en...




Piet Calis is de man die velen van u kennen van zijn literatuurgeschiedenissen. In de Volkskrant van afgelopen vrijdag getuigt hij dan ook van een scherp inzicht, bij de keuze van zijn top 5 uit de wereldliteratuur.
Hoewel ik de bescheidenheid die schrijvers eigen is daarmee misschien geweld aan doe, kan ik het toch niet nalaten er op deze plaats even naar te linken.

donderdag 8 januari 2009

IJs en weder dienende


Stel dat de Europese Unie akkoord gaat met het plan van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken, CDA) en zijn Deens collega om een EU-missie naar de grens van Gaza en Egypte te sturen, om toe te zien dat er geen raketten meer worden ingevoerd, wat gaat er dan gebeuren?


Voorlopig helemaal niets, want vandaag hebben alle ambtenaren van Verhagens ministerie na de lunch ijsvrij.


Ik vind dat wel een sportief gebaar: sorry mensen, die bloedbaden zijn natuurlijk onplezierig, maar zo vaak vriest het niet, dus wij zijn aan het schaatsen.


Voor een spoeddebat over Gaza was geen Kamermeerderheid te vinden die er voor voelde om vervroegd van vakantie terug te komen. Dat kerstreces is dan ook wel erg karig - van 19 december tot 12 januari. Gelukkig staan dadelijk de krokussen in bloei, en kan de boel van 20 februari tot 2 maart plat. Dan het meireces, 24 april tot 11 mei. En van 3 juli tot 31 augustus eindelijk bijkomen. Tussentijds geopend, ijs en weder diende uiteraard.


Met zo weinig vrije dagen is het begrijpelijk dat het kabinet met scheve ogen naar onderwijzers kijkt en oproept hun ongehoord lange vakanties in te krimpen. En terwijl scholen nu zeggen geen ijsvrij meer te kunnen geven, omdat anders de 1040-urennorm niet gehaald wordt, zullen wereldleiders vergeefs naar Holland bellen.


“Mister Verhagen? No, he can’t come to the phone right now. He is having koek and zopie at the Oostvaardersplassen.”


Prachtig gebaar. Als de wereld in brand staat, is het wijsheid om op oer-Hollandse tradities terug te vallen. Zelfs onze kroonprins heeft het zijn Argentijnse vrouw geleerd. Schaatsen verbroedert alle rangen, standen en nationaliteiten.


Het Palestijnse conflict is grotendeels te wijten aan het gebrek aan vorst in die streken. Hoor je ooit over oorlogen in Scandinavië of Zwitserland? Als Israël eens kon zien tot wat voor vreedzame wintertaferelen twaalf centimeter bevroren water kan leiden, dan leggen ze de wapens onmiddellijk neer.


“But Mister Olmert, erwtensoep is the road map for peace!”


Het ambtelijke ijsvrij is een diplomatiek vredesoffensief.

dinsdag 6 januari 2009