donderdag 27 maart 2008

Opspraak en vertier


Nieuws is pas nieuws, als het door het dipsausje van het vermaak gehaald kan worden, aangekruid met schandaal.

De winnares van Holland’s Next Top Model heeft met haar nageltjes de hals open gekrabd van een barmeisje, dat haar littekens liet filmen door RTL Boulevard.

Eveline Herfkens kreeg te hoge huursubsidie van de staat, en minister Maxime Verhagen (CDA) heeft daarover gelogen, denkt SP-Kamerlid Ewout Irrgang, die bewijzen vond in een memootje. Gelijk belde hij Eén Vandaag, om zich te laten filmen.Wat het betekent als het waar is? Opstappen? Irrgangs ogen glimmen fel: ‘Daar kan geen enkel misverstand over bestaan.’

Het gaat nogal eens over de verruwing van het debat. Zorgelijker lijkt mij de ver-RTL-Boulevardisering ervan.

Zoals tieners smullen van nagelkrabbende kroegmeisjes, zo smullen volwassenen van mot om centen. (“De grote vraag die blijft altijd / Waar betaalt 'ie nou z'n huur van?”). Camera’s verschijnen bij voorkeur daar waar herkenbare perikelen spelen op het wereldpodium.

En natuurlijk is er weer een spoeddebat, vandaag, donderdag.
Verhagen zal blijven volhouden dat ‘niet meer is na te gaan wie om het geld heeft gevraagd’, en het een ‘reactie op een eerste gesprek’ betrof. Dat rammelt natuurlijk, maar inderdaad: het memo bewijst niet, zoals Irrgangs stelt, dat het ministerie ‘aanbood’ de huur te vergoeden, maar zegt dat ‘wellicht’ een regeling is ‘te overwegen’. (Kroegmodelletje Kim bewerkte het barmeisje niet met een bierglas, maar met haar nageltjes).

Irrgangs blauwe ogen zullen weer fel glimmen, als hij vandaag zijn motie van wantrouwen indient, maar de coalitiepartijen zullen zich neerleggen bij Verhagens houtje-touwtjeverklaring.

En dan zappen we – van-hólladi-dèè! – weer door naar het volgende schandaaltje, om hinnikend van pret na te bespreken.

Hoeveel euro aan manuren zouden alle debatten, Kamervragen, rondgepompte memo’s, onderzoeksrapporten, vergaderingen en persconferenties over de opspraak rond Herfkens bij elkaar al hebben gekost? Vast meer dan die twee ton van Herfkens.

Dat de Joint Strike Fighter ons 205 miljoen extra gaat kosten dan verwacht, weet intussen haast niemand. We zaten te diep in het dipsausje van opspraak en vertier.

donderdag 20 maart 2008

322,58 euro per woord



Deze week begon met een breinbrekertje, op de voorpagina van de Volkskrant. De bedenker ervan, Harry de Winter, heeft er maar liefst 10.000 euro voor over gehad om het advertentietje te plaatsen.



‘Als Wilders hetzelfde over Joden (en het Oude Testament) gezegd zou hebben als wat hij nu over Moslims (en de Koran) uitkraamt, dan was hij allang afgeserveerd en veroordeeld wegens antisemitisme.’



Die eenendertig woorden (van 322,58 euro per stuk) vragen om een close reading. De centrale boodschap van het zinnetje lijkt deze te zijn: “Wilders moet veroordeeld worden voor discriminatie.” Door een rechter dus, mogen we aannemen, want dat is de instantie die mensen veroordeelt. Een beetje raar, om daarvoor te adverteren. Kon De Winter niet beter aangifte doen? Dat is een stuk goedkoper.


Maar bij nadere lezing blijkt zich echter een tweede standpunt in de tekst schuil te houden, namelijk: “Rechters veroordelen wél discriminatie van Joden, maar niet van moslims.”Hoe je het ook wendt of keer, dat is de premisse.


De advertentie richt zich dus niet zozeer tegen Wilders, als wel tegen de rechterlijke macht. Boodschap: rechters discrimineren moslims. Een aangezien de Joden hier een hoofdletter hebben (lees dus: het volk, de etniciteit), moet je dit j’accuse zelfs verstaan als: “Onze rechters zijn racisten.”


Dat is wel even slikken.


´s Avonds maar even Pauw en Witteman kijken, die hem natuurlijk aan tafel gaan vragen. En jawel, daar zit hij dan. Goed voorbereid met een stapel papieren voor zich. Aha, denk ik, daar komen ze dan, die cijfers waaruit de misstanden bij de rechterlijke macht blijken.


Maar er komt niks, en Jeroen noch Paul vraagt hem ernaar. Waarom die advertentie? Omdat hij boos was op Wilders en dacht: “Nou ga ik iets doen. Dan kan ik jullie opbellen, maar zo werkt het in Nederland niet.”


Arme, ijdele Harry. Heeft voor tienduizend euro een plaatsje bij Pauw en Witteman moeten kopen. En wat levert het op? Tien minuutjes kibbelen met arabist Hans Jansen. Duizend euro per minuut.


En geen woord over die racistische rechters.

vrijdag 14 maart 2008

Hema-artikelen


La forza del passato van Sandro Veronesi aan het lezen. Waarom zo'n sterke titel in vertaling In de ban van mijn vader (Uitgeverij Prometheus) moet heten weet ik niet. En hoeveel van een romanwereld mag een vertaler vernederlandsen?


p. 67: "Je hebt er geen idee van hoeveel vragenlijsten met dat soort leugens ik aan het CBS heb overhandigd". CBS. 't Is op het randje.

Daar in elk geval overheen is het zinnetje dat ik in de vertaling van Fragments d'un discours amoureux (1977) van Roland Barthes tegenkwam. (Uit de taal van een verliefde, uitgeverij IJzer).

p. 164: "In heel de Via dei Condotti, waar ik tien jaar geleden een zijden blouse en eerste kwaliteit sokken had gekocht, vind ik niets dan Hema-artikelen."

Hema-artikelen. Die hadden ze in 1977 noch in Rome noch in Frankrijk. Wat heeft er in het origineel gestaan? Rinescente? Champion? Leclerc?

Belterreur


Bedremmeld stapt ze de trein in, en gaat op het bankblok achter mij zitten. Het meisje ziet eruit als iemand die net van een begrafenis komt, of van een verplicht museumbezoek.
“Mamma?” hoor ik even later. Een korte snik, en dan, in een gierend uithaal: “Het is úit met Job en mij!” Onbedaarlijk, loeiend janken smoort het vertrekfluitje.
Als het aan de NS-directie ligt, stap ik nu op haar af: “Zeg jongedame, kan het iets zachter? Het is nergens voor nodig zo hard in dat microfoontje tekeer te gaan.”
NS-directeur Aad Veenman opperde deze week dat hij de ‘belterreur’ wil tegengaan. Ook passagiers moeten elkaar er op aanspreken. Je kunt nog beter voor de terugkeer van de trekschuit pleiten!
De publieke ruimte is onomkeerbaar verhuiskamerd. Elke treinreiziger voelt zich meer verbonden met de mensen op zijn sim-kaart dan met die in zijn fysieke omgeving.
Twee stations verder heeft de moeder haar dochter stil weten te krijgen. Direct na het ophangen belt ze een vriendin.
“Het is úit met Job en mij!” Even onbedaarlijk barst het snikken weer los. “Nee, met Job! Jób, die jongen van het oud-en-nieuwfeest…”
Blijkbaar weet Aad Veenman nog niet dat de moderne mens in een cocon van virtueel contact leeft en treinreizen zoiets is als veetransport, alleen draaglijk te maken door je af te sluiten.
Last van bellers? Koop een iPod en vul deze met Tsjaikovski, Vivaldi en de laatste Simek ’s Nachts.
Kijk maar om u heen: iedereen hangt aan een wit infuus van buitenwereldwerend geluid.
In Haarlem stapt ze uit, met uitgelopen mascara. Ik blijf nog lang nadenken over Job, het meisje en het oud-en-nieuwfeest. Veenman vergeet dat een voornaam deel van de mensheid professioneel afhankelijk is van afgeluisterde telefoongesprekken: de schrijvers. Nergens anders laten levensechte dialogen zich beter betrappen, nergens anders wordt je fantasie zo aan het werk gezet als in de rijdende telefooncel die trein heet.
In de Boekenweek - de muntjes op het Boekenbal hadden nota bene NS-logo’s – is het niet onbelangrijk daar even op te wijzen.

donderdag 6 maart 2008

De Kruisgreep



Mijn religie verbiedt het schudden van handen. In plaats daarvan begroeten wij elkaar door eventjes de hand op het eigen geslachtsdeel te plaatsen en, afhankelijk van de gelegenheid, twee of drie keer te knijpen. Daarmee tonen wij de ander respect, ja zelfs affectie.


Wat vinden de Amsterdamse burgemeester Job Cohen en de Slotervaartse stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch van onze groet, de ‘kruisgreep’? Als ze consequent zijn dit: “De mensen waarom het gaat, groeten heel beleefd met de hand op het geslacht. Ze handhaven niet de vorm, maar wel de norm.”

Vervang ‘geslacht’ door ‘hart’ en je hebt de letterlijke quote van Marcouch, over moslimsstraatcoaches (werkzaam in overheidsdienst) die geen vrouwenhanden willen schudden. Cohen vulde aan: “Niemand zegt helder wat dat betekent: de norm handhaven.” Laat mij dan een poging doen. Omgangsvormen zijn vergelijkbaar met taal. De handdruk is gebarentaal voor: ‘wij zijn geen vijanden’.

Met het gedogen van handdrukweigeraars zegt Cohen: het maakt niet uit welke taal je spreekt, het gaat om de inhoud en de intentie. Vreemd, zeker voor overheidvertegenwoordigers, van wie je toch zou willen dat ze onze taal spreken. Zo vinden we het ook onacceptabel als politieagenten, Sociale Dienst-lokettisten en Belastinginspecteurs alleen Chinees, Deens of Sanskriet zouden spreken.

Als dadelijk, door de smeltende poolkappen, een grote stroom Eskimo’s hier asiel krijgt, gaan overheidsvertegenwoordigers dan ook de neuskus toepassen? De norm ís in dit geval de vorm, en de norm handhaven, meneer Cohen, is de omgangsvórm handhaven. Niet voor niets oordeelde de rechtbank in Utrecht vorig jaar dat een leerkracht die weigerde handen te schudden terecht kon worden ontslagen. Het argument dat het “slechts een enkeling” betreft, gaat niet op, evenmin als bij de boerka. Tenzij je wilt zeggen: ach, het gaat maar om één Sanskrietsprekende lokettiste.


Kijk, ik vind het ook niet altijd even plezierig om allerlei Truusen op verjaardagen en jaarwisselingen op de bek te moeten pakken. Toch zoen ik ijverig mee. Ik spreek beleefd de taal van mijn cultuur. Ook al houd ik het stiekem liever bij de kruisgreep die mijn religie voorschrijft.